Coördinatie en integratie
- Gepubliceerd in Boekhouden
- Lees 1064 keer
Keuzemogelijkheden
De volgende vormen kunnen gecombineerd of gevarieerd toegepast worden.
Verticaal =
- Regels en procedures/standaardisatie= deze kunnen vooraf ontwikkeld
worden, of wanneer een probleem zich stelt. Regels over
input/throughput/output.
- Directe supervisie = de hiërarchische overste neemt de integratie op in zijn takenpakket.
Horizontaal =
- Wederzijdse aanpassingen = Mutual adjustment: via directe persoonlijke contacten en overleg. Onderlinge, eventueel informele en vrijwillige afspraken.
- Departementoverschrijdende functies= die speciaal hiervoor in het leven
worden geroepen. Deze liaison functies of afdelingen/verbindingfuncties /integrators treden op bij crisissituaties en coördinatieproblemen. Ze kunnen geen beroep doen op de status van directe chef.
- Tijdelijke werkeenheden/task forces: zij lossen hoogdringende maar
tijdelijke problemen op. De leden wier taken op elkaar moeten afgestemd worden, zitten in het team, of zijn erin vertegenwoordigd. Indien nodig wordt een multidisciplinair team, samengesteld worden, om tot een gepaste oplossing te komen.
Buffers/slack resources= Door het aanleggen van buffervoorraden van
goederen of informatie, kan de nood aan afstemming worden getemperd.
Zo is er minder communicatie vereist tussen productie en verkoop als de
voorraad voldoende groot is.
Overwegingen met betrekking tot coördinatiemechanismen
1) Mate van taakonzekerheid
– Hoe groter, hoe meer coördinatie vereist
2) Dynamiek binnen takenpaketten
– Hoe groter, hoe meer coördinatie vereist
Is het noodzakelijk dat andere taken afgewerkt zijn voor de eigen taak kan afgewerkt worden? Hoe groot de taakinterafhankelijkheid, hoe groter de nood aan coördinatie.
Dit kan - pooled (onafhankelijk, maar putten hun middelen uit 1 budget), sequentiële (productieverkoop)
- wederzijdse taakinterafhankelijkheid (productieverkoop waarbij productie gebeurt per bestelling van verkopers) zijn.
3) Aanwezigheid van strakke doelen
– Vereist meer coördinatie
4) Mate van taakinterafhankelijkheid
– Hoe groter, hoe meer coördinatie vereist