Inhoudelijke aspecten van de managementprocessen
- Gepubliceerd in Boekhouden
- Lees 1222 keer
ENKELVOUDIG PERSPECTIEF = zich toeleggen op één bepaalde zienswijze
MEERVOUDIG PERSPECTIEF = hanteren van meerdere modellen en het beste gebruiken naargelang de situatie
ENKELVOUDIG PERSPECTIEF | MEERVOUDIG PERSPECTIEF | |
Rationele doel model | Interne processen model | Concurrerende waarden model |
Human relations model | ||
Open systeem model | ||
Rationele doel model (1900-1930)
Hoofddoelstellingen: efficiëntie & productiviteit
Taylor à Scientific management:
- Voor elke taak moet regel ontwikkeld worden die bestaat uit bewegingsregels, gestandaardiseerde arbeidsimplementaties en juiste –omstandigheden.
- Voor elke taak moeten arbeiders op nauwkeurige wijze geselecteerd worden zodat de job hen past. Ook werkmiddelen moeten nauwkeurig gekozen worden.
- De arbeiders moeten getraind worden om taak uit te voeren. Ze moeten ook gestimuleerd worden zodat ze de regels naleven.
- Arbeiders moeten ondersteund worden door zorgvuldig hun werk te plannen en problemen tijdens het werk op te lossen.
Manager:
- Maximale efficiëntie
- Harde bestuurders
- Streven naar maximale productiviteit
- Planning, controle en standaarden
Interne processen model (1900-1930)
Nadruk op:
- Informatieverwerking
- Stabiliteit
- Controle
Fayol à management kan worden aangeleer:
- 5 essentiële taken:
- Prévoir: bepalen strategisch beleid
- Organiser: ontwerpen organisatiestructuur
- Commander: delegeren & leiding geven
- Coördonner: beheersen van processen in organisatie
- Contrôler: bijsturen en evalueren
- Principes voor succesvol management:
- Arbeidsverdeling/-specialisatie
- Gezag en verantwoordelijkheid
- Discipline
- Eenheid van bevel
- Eenheid van leiding
- Onderschikking van individuele belangen aan algemeen belang
- Rechtvaardige en motiverende beloning
- Optimum van centralisatie
- Scalar principe
- Orde in technische en sociale zin
- Rechtvaardigheid en welwillendheid t.o.v. personeel
- Werkzekerheid
- Aanmoediging persoonlijk initiatief
- Ontwikkeling “esprit de corps”
Weber à Bureaucratie is een ideale organisatievorm:
- Kenmerken bureaucratie:
- Duidelijke arbeidsverdeling
- Duidelijke hiërarchie
- Formele regels en procedures
- Onpersoonlijkheid van besluitvorming
- Carrière gebaseerd op verdienste
- Voordelen:
- Grote continuïteit (duidelijk omschreven taken, iedereen is vervangbaar)
- Voorspelbaarheid van het gedrag
Human relations model (1930-1960)
Hawthorne-experimenten:
- Niet alleen formele organisatie-aspecten zijn bepalend voor menselijk gedrag
- Ook informele aspecten gaat gedrag in organisaties bepalen
HR-model:
- Uitgangspunt: mensen zijn sociaal en streven naar zelfverwezenlijking
- Doelen komen tot stand op basis van sociale interactie
- Aan mensen moet aandacht worden geschonken
- Manager vervult mentor-rol
Open systeem model (1960-1990)
Contingentie en open-systeem-denken:
- Contingentie à iets hangt af van andere dingen
- Open systeem à onderneming gedwongen voortdurend en snel aan omgeving aan te passen (bereidheid tot verandering en groei)
- Innovatie & aanpassing à juiste middel van buitenaf worden aangetrokken
- Steun van stakeholders
- Flexibiliteit staat centraal
Concurrerende waarden model (1990-…)
Management is het vinden van evenwichten:
- Hantering van meerdere modellen
- Quinn & Rohrbauch: bestaande modellen passen in 3D-set van concurrerende waarden:
- Flexibiliteit ßà controle
- Interne focus ßà externe focus
- Doelen ßà middelen
- Goed management ~ situatie à bedienen van meest geschikte model of combinaties