Logo
Print deze pagina

Productieplanning

*Functie: waarborgen dat materiaal, machines en mensen aanwezig zijn op het juiste moment, in de juiste hoeveelheden en op de juiste plaats.

*Methodes:

  • PUSH systemen (MRP):
    • MRP = Material Requirements Planning
      • Doel: Tijdig verschaffen van correcte informatie zodat de verschillende materialen in de juiste en optimale hoeveelheden en op juist tijdstip aanwezig zijn in productieproces
    • Verschillende stappen:
      • Product opsplitsen in samenstellende delen; opeenvolgende bewerkingen bepalen
      • Voor elk deel materiaalbehoefte bepalen en moment van beschikbaarheid
      • Behoeften exploderen naar onderliggend niveau in productiestructuur (Bruto = Netto)
      • Nettobehoefte = signaal bijkomend order moet worden gelanceerd
      • Geplande orders zetten nettobehoefte om
    • Vrij eenvoudig & logisch
    • Zorgt voor horizontale & verticale integratie van lanceringsbeslissingen
    • Rekenwerk = computerondersteund
    • Beoordeling planner = aan computer meedelen (niet volledig automatisch)
  • PULL systemen (JIT en Kanban):
    • Materiaalstroom gepland op basis van feit dat werkcentrum of leverancier slechts mag beginnen produceren/toeleveren wanneer het een signaal ontvangt dat er behoefte bestaat aan materiaal in verbruikende werkpost
    • Geen centraal planningsysteem = ketting
    • Just In Time:
      • Bekommernis = tijdig leveren
    • Kanban:
      • Dubbel stel kaarten als signalen
      • Eerste stel controleert beweging van materialen producerende = verbruikende werkpost
      • Tweede stel controleert productie van materialen in producerende werkpost.
      • Controleert op harmonieuze manier de productiehoeveelheden in elke fase van het proces
      • Administratief erg eenvoudig
      • Onderbreking = zware gevolgen volgende werkposten
  • Theory of Constraints (OPT):
    • Optimized Production Theory)
    • Geheel van regels en aanbevelingen om de performantie van een bedrijf te verbeteren
    • DOORVOER = snelheid waarmee productie via de verkoop geldmiddelen genereert
    • KNELPUNT = overbelaste productiemiddelen
    • Principes:
      • Balanceer goederenstroom, niet capaciteit
      • Belast een niet-knelpunt enkel in functie van een knelpunt
      • Versnellen van een order dat verder opgehouden wordt in een knelpunt levert niets op
      • Een uur verloren in een knelpunt is een uur verloren in totale fabriek
      • Een uur gewonnen in een niet-knelpunt is zinsbegoocheling
      • Doorvoer en voorraden worden bepaald door de knelpunten
      • Proceslotgrootte en transfertlotgrootte moeten niet noodzakelijk gelijk zijn

Copyright © 2017. All rights reserved.