Menu

De basiscriteria voor de analytische boekhouding zijn :

  • Stelsel van historische waarde : men neemt in de kostprijs enkel de afschrijvingen op die berekend zijn op de aanschaffingswaarde in functie van de werkelijke gebruiksduur van het vast actief
  • Stelsel van vervangingswaarde : als kostprijselement wordt opgenomen de afschrijving (berekend op basis van werkelijke gebruiksduur) op de vervangingwaarde van het vast actief

Lees meer...

Opmerking betreffende de afschrijvingen

De basiscriteria voor de algemene boekhouding zijn :

  • Oorspronkelijke aanschaffingswaarde
  • Afschrijvingspercentage op de aanschaffingswaarde
  • De eventuele geboekte meerwaarde op vaste activa met beperkte gebruiksduur
  • Afschrijvingspercentage op deze meerwaarde, dit is bepaald op basis van de vermoedelijke gebruiksduur na herwaardering van het actief

Lees meer...

Afschrijvingen en waardeverminderingen

De analytische boekhouding zal alle kosten van afschrijvingen en waardeverminderingen, voor zover ze betrekking hebben op productie en verkoop, opnemen in de kostprijs, respectievelijk het analytisch resultaat.
Ze zal dit op maandelijkse basis doen en rekening houden met de bedrijfseconomische waardering.

Dit gebeurt door alle vaste activa onder te verdelen naar de kostenplaatsen. Per kostenplaats maakt men een afschrijvingsblad op en verdeelt het bekomen jaarafschrijvingsbedrag over de productiemaanden.

De rekening 973 zal meestal niet met 63 overeenstemmen omdat er andere waarderingsregels worden gebruikt in de algemene en analytische boekhouding.
Dit verschil wordt nauw opgevolgd en zal later gebruikt worden om de aansluiting te maken tussen ondernemingsresultaat en analytisch resultaat, na inventarisboekingen.

AANSLUITING :

Lees meer...

De gemiddelde personeelskost per uur

Het personeel wordt opgesplitst in zo homogeen mogelijke groepen.
Per groep wordt vastgelegd :

a) De tijdsduur

  • Shoptime of aanwezigheidstijd : personeelsafdeling algemene boekhouding
  • Jobtime of productieve tijd : alle kostenplaatsen, respectievelijk kostendragers
  • Jobtime / shoptime = 0,.. effectiviteitquotiënt

b) De gemiddelde bezoldiging : deze gebeurt door de personeelsafdeling op basis van de laatst gekende kwartaalaangifte en omvat :
+ brutobezoldigingssom van de periode
+ patronale bijdragelast van de periode
+ pro rata vakantiegeld voor de periode
+ pro rata andere kosten voor de periode
= personeelskost voor de periode

Daaruit berekent men de gemiddelde personeelskost :

Personeelskost voor de periode = personeelskost per uur
Shoptime van de periode

Deze gegevens worden in de analytische administratie aangepast aan de effectiviteitquotiënt :

Personeelskost per uur = analytische personeelskost per uur
Effectiviteitquotiënt

c) De kostprijs van het personeel : deze bekomt men door de jobtime te vermenigvuldigen met de personeelskost per uur jobtime.
Deze methode enkel geschikt als binnen de gevormde groepen geen te grote loonverschillen voorkomen!

2.3.2.2 De gemiddelde personeelskost per kostenplaats-kostendrager

Omvat dezelfde gegevens en berekeningen als in 2.3.2.1 MAAR per personeelsgroep samengebracht in de kostenplaats, respectievelijk kostendrager.

2.3.2.3 De geïndividualiseerde personeelskost

Dit is opnieuw een tarificatie, maar nu uitgevoerd per personeelslid. Zware administratie!

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen