De bestedingsbenadering: de finale goederen
De goederen die in de economie worden geproduceerd, worden ook gevraagd door de gezinnen, door de bedrijven, door de overheid of door het buitenland. Om dubbeltellingen te vermijden, houden we bij de bestedingen enkel rekening met de uitgaven voor finale goed/diensten
Het is op het eerste zicht niet evident dat de bestedingen gelijk zijn aan het BNP
Ondernemingen kunnen niet altijd alle producten verkopen, de voorraden van afgewerkte producten stijgen. We beschouwen een verhoging van de voorraden als een bruto-investering.
De nationale bestedingen worden in 4 categoriën opgeslitst:
- de consumptiebestedingen van de particulieren
- de investeringen van bedrijven
- de bestedingen van de overheid
- de uitvoer van goederen en diensten
Enkel de uitgaven voor producten met eigen productiefactoren geproduceerd, worden in rekening gebracht.
- BNP = de som van de bestedingscomponenten – de invoer
consumptiebestedingen van de particulieren = totale bedrag dat e gezinnen in de loop van een bepaalde periode uitgeven aan consumptiegoederen en –diensten.
Bruto-investeringen van de bedrijven = alle duurzame kapitaalgoederen (=bedrijfsgebouwen en uitrusting), die de bedrijven in de loop van een bepaalde periode aankopen of voor zichzelf produceren + toename van de voorraden van afgewerkte en halfafgewerkte producten en van grondstoffen + uitgaven voor de bouw van nieuwe woningen.
Grondstoffen en halfafgewerkte producten worden beschouwd als finale goederen voor zover ze worden toegevoegd aan voorraden.
In de nationale boekhouding worden uitgaven voor de bouw van nieuwe woningen bij de investeringen, en dus niet bij de consumptie van de gezinnen, gerekend
overheidsbestedingen = overheidsconsumptie + overheidsinvesteringen
overheidsconsumptie heeft betrekking op de bezoldigingen van overheidpersoneel en de aankoop van goed door de overheid voor haar dagelijks functioneren
overheidsinvesteringen omvatten de uitgaven voor infrastructuur, zoals de aanleg van wegen, havens, enz. en voor nieuwe overheidsgebouwen
De overheid betaalt ook een aantal transfers. Die hebben geen betrekking op de aankoop van goederen en diensten en worden in de nationale boekhouding dus niet als overheidsbestedingen beschouwd.
Tot de bestedingen behoren ook de uitvoer van goederen en diensten. Die beschouwen we als buitenlandse bestedingen voor Belgische goederen en diensten.
Het bestaan van de buitenlandse handel maakt een correctie voor de invoer of de aankoop van goederen en diensten door inwoners van België in het buitenland noodzakelijk. De consumptiebestedingen van de gezinnen, de bruto-investeringen van de bedrijven, de overheidsbestedingen en zelfs de uitvoer zijn deels gericht op de ingevoerde goederen en diensten. In uitgevoerde goederen kunnen inderdaad ingevoerde goederen en diensten verwerkt zijn.
- Daarom wordt de invoer afgetrokken van de 4 opgesomde bestedingscomponenten
Factorinkomens ontvangen uit het buitenland worden beschouwd als uitvoer van diensten, factorinkomens betaald aan het buitenland als invoer van diensten.
De bruto-investeringen kunnen van jaar tot jaar echter sterk fluctueren.
Voor België is de buitenlandse handel niet alleen zeer belangrijk, maar neemt bovendien nog in belang toe.