De intrestpariteitsrelatie en het economische beleid
De intrestpariteitsrelatie is van grote economische betekenis. We bekijken wat er gebeurt als de verwachtingen over de toekomstige dollarkoers of de intrestvoet in de VS veranderen.
We onderzoeken eerst de effecten van een verandering in de verwachtingen aangaande de toekomstige dollarkoers. We veronderstellen dat de beleggers verwachten dat de dollar in de toekomst in waarde zal stijgen. Wat is het effect van deze toename van WKe+1? We onderscheiden 2 mogelijkheden.
- Europese monetaire overheid past haar beleid niet aan:
- intrestvoet verandert niet
- linkerlid blijft ongewijzigd
- rechterlid kan ook niet veranderen
- de huidige koers moet in dezelfde maten toenemen als de verwachte toekomstige koers
- verwachtingen hebben een zelf voedend karakter
= self-fulfilling prophecy
- Nemen we nu aan dat de Europese monetaire overheid de contantkoers constant houdt
- intrestvoet in Europa moet stijgen (het is ook mogelijk dat de intrestvoet in de VS daalt)
- het intrestverschil weerspiegelt dan de verwachte toekomstige stijging van de dollarkoers.
- dat toont ook dat een sterke munt, dwz een munt die verwacht wordt te zullen appreciëren, een relatief lage intrestvoet heeft en omgekeerd dat een relatief lage intrestvoet geassocieerd is met een sterke munt.
Veronderstel dat de intrestvoet in de VS stijgt. Het effect daarvan hangt opnieuw af van de manier waarop de Europese monetaire overheid hierop reageert:
- Indien de Europese monetaire overheid haar beleid niet aanpast en de binnenlandse intrestvoet dus niet verandert, dan moet op basis van de formule de contantkoers van de dollar in dezelfde proportie stijgen als de intrestvoet in de VS, tenminsten indien de stijging van de intrestvoet in de VS geen invloed uitoefent op de verwachtingen aangaande de toekomstige koers van de dollar.
- Indien de Europese monetaire overheid de dollarkoers contant houdt, dan zal de intrestvoet in Europa de stijging in de VS moeten volgen. Zoiets in slechts het geval, indien de verwachtingen aangaande de toekomstige koers van de dollar ongewijzigd blijven.
De voorgaande analyse leert ons dat de monetaire overheid ofwel de huidige dollarkoers ofwel de binnenlandse intrestvoet constant kan houden, maar niet beide variabelen samen kan controleren.
De analyse van de intrestpariteitsrelatie maakt ook duidelijk dat de effecten van schokken in de intrestvoeten en in de verwachtingen over de toekomst in grote mate afhangen van het wisselkoersregime. Bij vlottende wisselkoersen hebben ze een effect op de contantkoersen van buitenlandse valuta, bij vaste wisselkoersen op de intrestvoet.