Menu

De vermogensvraag naar geld

De vraag naar geld als een component van het vermogen noemen we de vermogensvraag naar geld. Keynes gebruikte de term “speculatieve vraag”.

Elke verstandige belegger is erop uit zijn vermogen zo te beleggen dat de opbrengst of het rendement ervan zo hoog mogelijk is.

Er zijn 3 variabelen die een belangrijke invloed uitoefenen op de vraag naar geld als een vermogenscomponent:

1) Het algemeen prijspeil

2) De intrestvoet

3) De verwachte inflatie

1) Beleggers houden bij de bepaling van hun vermogensvraag rekening met de koopkracht van geld. De vermogensvraag is dus proportioneel met het algemeen prijspeil => als prijzen stijgen met bepaald % dan stijgt de vermogensvraag met hetzelfde %.

2) Onderstel dat de intrestvoet op obligaties stijgt => minder interessant om geld aan te houden want daar verdien je geen intrest op. De opportuniteitskosten van het aanhouden van geld nemen toe als de intrestvoet op obligaties stijgt. De beleggers gaan dan de hoeveelheid geld die ze aanhouden verminderen en in de plaats daarvan obligaties kopen.

3) De invloed van de verwacht inflatie gaat in dezelfde richting als de invloed van de intrestvoet. Als je verwacht dat het algemeen prijspeil in de toekomst zal stijgen, maw als je inflatie verwacht, wordt het bewaren van geld minder aantrekkelijk.

Relevante artikels

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen