De voorkeuren van de consument
Geven aan waaraan de consument zijn inkomen wenst te spenderen.
De consument kan alle combinaties van goederen ordenen naar eigen voorkeur.
De indifferentiecurve verbindt alle goederenbundels die voor de consument indifferent zijn (evenwaardig zijn).
De indifferentiecurve moet op of onder de budgetrechte liggen.
Op alle punten op de indifferentiecurve ben je even gelukkig.
De helling van de indifferentiecurve geeft info mbt de bereidheid van de consument om 1 eenheid van goed 1 op te geven voor een aantal eenheden van goed 2.
Elk punt op een grafiek zal op een indifferentiecurve liggen.
Je zal een punt kiezen zover mogelijk naar rechtsboven.
De ideale keuze is de hoogste curve.
De indifferentiecurve is strikt persoonlijk.
Er zijn een oneindig aantal indifferentiecurven.
De verzameling van de indifferentiecurven noemen we de indifferentiekaart.
Zie figuur p 144!!
De marginale substitutievoet is een verhouding van minieme veranderingen in de hoeveelheden waarbij de extra CD’s de boeken vervangen.
Deze meet de bereidheid tot betalen voor goed 1 in termen van goed 2.
De MSV is negatief: de afname van een goed moet worden gecompenseerd door de toename in de hoeveelheid van het andere goed.
Een dalende MSV impliceert dat de bereidheid van de consument om te betalen voor extra eenheden van een goed afneemt, naarmate de consument meer heeft van dat goed.
De SV neemt in absolute termen af langs de indifferentiecurve.
De absolute waarde van de SV = rico van de verbindingsrechte tussen de 2 goederen.
De MSV is de raakrechte in 1 punt aan de indifferentiecurve.
Het ideale punt lift op een zo hoog mogelijke indifferentiecurve en ligt op of onder de budgetrechte.
MSV = -P1/P2
De optimale goederenbundel zal gevonden worden waar de indifferentiecurve de budgetrechte raakt.
P 149 – 153 lezen in boek