Het geld als beleggingsmiddel
Geld kan worden gebruikt om een vermogen te beleggen. ( Geen exclusief kenmerk van geld.)
Een vermogen kan immers ook belegd worden in aandelen, obligaties, onroerende goederen, schilderijen, juwelen… In vergelijking met andere vermogensbestanddelen heeft geld het voordeel dat het perfect liquide is.
Liquiditeit van een goed = mogelijkheid om dat goed snel en zonder kosten om te wisselen tegen andere goederen.
In tegenstelling tot geld zijn aandelen en obligaties minder liquide omdat we ze eerst moeten verkopen vooraleer we ze kunnen gebruiken voor de aankoop van goederen en diensten. Bij die verkoop treden er tussenpersonen op die we moeten betalen.
Anderzijds heeft geld het nadeel dat het, in tegenstelling tot aandelen en obligaties, niets opbrengt en ook geen gebruikswaarde heeft, zoals onroerende goederen, schilderijen en juwelen.
Geld is van groot belang voor de goede werking van een moderne huishouding. Zonder geld zou een moderne economie, gebaseerd op specialisatie en arbeidsverdeling, niet kunnen functioneren.
Het geld kan ook een bron van moeilijkheden zijn voor de goede werking van het economische systeem:
1) geld is makkelijk te produceren
- de hoeveelheid geld in omloop kan sneller stijgen dan de hoeveelheid goederen
- er is kans op prijsstijging/inflatie
2) geld biedt mogelijkheid de ruil op te splitsen in tijd
- geld kan worden opgepot
- kringloop wordt verstoord
- kans op recessie