Menu

Interventie

Ook op de valutamarkt komen overheidsingrijpen voor. Als de politieke meerderheid in een land vindt dat de koers van zijn munt te laag is voor de eigen economie kan men besluiten hier iets aan te doen. De centrale bank van dat land kan met de voorraad buitenlandse valuta die ze beheert in het internationale communicatienetwerk gaan meespelen en met de vooraad buitenlandse valuta de eigen munt gaan opkopen. Zo komt er meer vraag naar eigen munt en stijgt de koers. De centrale bank kan dat volhouden totdat de voorraad buitenlandse valuta op is. Tegenwoordig zijn de bedragen zo groot om de koers te beïnvloeden dat deze manier niet meer vaak voorkomt.

De tweede manier is dat de centrale bank de rente verhogen die de gewone banken moeten betalen voor een lening bij de centrale bank. Deze gewone banken rekenen hun klanten ook weer een hogere rente en geven ook een hogere rente voor spaargeld. Deze hogere rente lokt buitenlandse beleggers naar dit land, die eerst hun eigen mint omwisselen voor de munt van dit land. Zo ontstaat er meer vraag naar de mint van dit land en stijgt de koers.

De koers heeft grote invloed op de export van een land. Daar staat dan wel tegenover dat de import goedkoper wordt.

Een munt een sterk schommelende koers is dus voor spaarders en investeerders niet erg aantrekkelijk en kan ervoor zorgen dat de kapitaalstroom naar het land opdroogt. Zo kan een land in de problemen komen. Vooral om deze reden bemoeien overheden zich met de valutamarkt.

Lees meer...

Samengevat

Kunnen we zeggen dat de inflatie en de rente twee hele belangrijke factoren zijn die invloed hebben op internationale financiële transacties en daarmee de koers van een valuta. De inflatie heeft vooral invloed op de goederen en diensten en dus op de lopende rekening van de betalingsbalans. En de rente vooral op de kapitaalstromen die op zoek zijn naar hoog rendement en op de kapitaalbalans genoteers staan.

Kapitaalstromen: is op korte termijn.

Goederen/dienstentransacties: op langere termijn.

Gevolgen van bijvoorbeeld de stijging van de wisselkoers zijn vooral te merken bij import en export. De exportgoederen worden duurder in het buitenland. De prijs van een stuk kaas blijft in euro’s hetzelfde alleen moeten de amerikanen meer dollars neerleggen voor €1 dus is de kaas in dollars de kaas duurder geworden. De prijs van de importgoederen daalt in euro’s. De prijs in dollars is hetzelfde maar nederlanders krijgen meer dollars voor €1.

Lees meer...

Korte termijn

Er zijn mensen en bedrijven die constant bezig zijn om hun geld zo goed mogelijk te beleggen. Ze zijn steeds op zoek naar het hoogste rendement dat is zoveel mogelijk rente of winst halen. Stel dat in de vs de rente 6% is en in nederland 4% is. Dan is het interessant om je spaargeld in dollars over te zetten en op een amerikaanse bank te zetten. Dit omzetten betekent vraag naar dollars en kan de koers van dollars doen stijgen. Ook het kopen van amerikaanse aandelen door europeanen leidt op deze manier tot meer vraag naar de dollar en een hoger koers. Al deze transacties komen op de kapitaal rekening van de betalingsbalans terecht.

Een stijging van de rente trekt beleggers en spaarders aan waardoor de koers van de munt stijgt. Een stijging van de rente is voor de andere groep beleggers, de investeerders, juist helmaal niet prima. Geld lenen kost in het land meer en betekent lagere winsten. Op lange termijn schrikt een rentestijging buitenlandse ivesteerders daarom juist af.

Speculanten zijn mensen die proberen geld te verdienen door te gokken op de toekomstige gebeurtenissen. Als zij dus vermoeden dat de rente in amerika wel een zou kunnen gaan stijgen dan kopen zij vast dollars omdat die meer waard worden als de rente echt stijgt. Zo zal de stijging van de koers al plaatsvinden voordat de rente echt stijgt. Als die rente dan eenmaal stijgt dan zal de de stijging van de koers niet meer groot zijn omdat de speculanten dan hun meer waard geworden dollars weer verkopen.

Lees meer...

Wisselkoersbewegingen: oorzaken en gevolgen.

Waarom kopen mensen eigenlijk spullen in het buitenland terwijl daar een heleboel nadelen aanzitten zoals:

- Andere taal

- Andere munten

- Leveren ze wel?

- Hoe gaat dat met de garantie?

- Enz. Dit doen ze omdat de voordelen opwegen tegen de nadelen:

- Het buitenland produceert de goederen/diensten goedkoper

- De buitenlandse kwaliteit is beter (bv. Wijn)

- Wij kunnen het product zelf niet produceren (bv. ijzererts of wintersport)

Een voorbeeld:

We gaan uit van 1 product dat internationaal wordt verhandeld tussen de vs en europa. Dit product noemen we de Quatro. Om het niet te moeilijk te maken gaan we ervan uit dat het geen geld kost om de quatro te transporteren van de vs naar europa of andersom.

In de vs kost quatro 100 dollars en in europa 90 euro. De wisselkoers stellen we op 1$=€0,90. Je ziet dat het geen zin heeft voor een europese importeur om het in de vs te kopen.

Als de koers 1$ = €1,- was geweest, dan had een handelaar uit de vs het product in europa gekocht, want dan kon hij het kopen voor €90 en dus voor $90 en had hij het met winst $10 in de vs kunnen verkopen. Omdat meer handelaren het doen, zou er dus meer vraag naar euro’s zijn, en zou de koers van de euro toenemen en van de dollar dus afnemen.

De wisselkoers en de prijs van een pruduct kunnen dus bepalen of er internationaal wordt gehandeld of niet. Als in nederland de producten duurder worden (inflatie) dan importeren de amerikanen minder uit nederland. De nederlandse export daalt en je kunt dan verwachten dat de koers ook weer daalt. Door die gedaalde koers worden de producten uit nederland weer iets goedkoper voor de amerikanen en die vragen dus weer iets meer van onze producten.

Voor de economie is het goed als de koers stabiel is en niet steeds hevig schommelt.

Koersschommelingen zorgen voor onzekerheid en maken bedrijven bang om contracten te sluiten omdat ze niet weten wat de koers gaat doen.

Lees meer...

Betalingsbalans en koersveranderingen

Vraag en aanbod van valuta zijn het gevolg van financiële transacties. En de omvang van alle internationale transacties staan netjes soort bij soort op de betalingsbalans. Op deze manier is er dus een verband te zien wat er op er betalingsbalans staat en de verandering van de wisselkoers. Er zijn bijvoorbeeld internationale geldstromen als gevolg van de export van goederen door een land. Die zorgen voor de vraag naar een munt van het land. De omvang van de vraag naar de munt staat hiervan aan de linkerkant op de goederenrekening van de betalingsbalans van dat land (in eigen munt) aan de andere kant van deze handelsbalans staat het bedrag (in de eigen munt genoteerd) waarvoor de goederen zijn geïmporteerd en dat het totale aanbod van de munt weergeeft. En dit verhaal geldt voor zowel de lopende rekening als de kapitaalrekening.

Als de Qv groter is dan de Qa dan stijgt de koers.

Als de Qv kleiner is dan de Qa dan daalt de koers.

We kunnen dus zeggen dat de linkerkant van de betalingsbalans zorgt voor vraag naar de munt van dat land en de rechterkant van de betalingsbalans zorgt voor de aanbod van de munt van dat land. Als de linkerkant van de betalingsbalans groter is dan de rechterkant (inkomende geldstroom groter dan de uitgaande geldstroom) dan is de vraag naar de munt groter dan het aanbod van de munst en zal de koers daardoor zijn gestegen.

Lees meer...

De goud en deviezen rekening:

Wat gebeurd er met het geld dat er extra binnengekomen is (materieel saldo)? Een buitenlands bedrijf dat nederlandse producten wil hebben moet betalen in euro’s. Deze euro’s komen bij de nederlandse banken vandaan en zijn gekocht in ruil voor bijvoorbeeld dollars. Deze nederlandse banken zullen een groot deel van de dollars aanbieden bij de Nederlandse bank (DNB is een bank alleen voor banken) die de buitenlandse valuta opslaat in voorraad. Nederlandse banken kunnen namelijk alleen zaken doen in nederland met euro’s. Zo ontstaan er bij DNB een voorraad vreemde valuta dit word ook wel deviezen genoemd.

Wil een nederlandse importeur amerikaanse auto’s kopen in de VS dan gaat hij naar de bank om dollars te komen. Deze bank gaat dan weer bij de DNB dollars kopen en die leveren aan de autoimporteur. De voorraad deviezen neemt toe als er meer geld ons land binnenkomt dan dat er uit gaat en dat die voorraad daalt als er meer geld ons land uit gaat dan dat er binnenkomt.

Deze verandering altijd ter grootte van het materieel overschot of tekort word op de laatste deelrekeing van de betalingsbalans weergegeven: de goud en deviezen rekening, ook goud en deviezen voorraad of salderingsrekening genoemd. Het is geen rekening als de andere rekeningen omdat er altijd alleen maar een saldo links (materieel tekort en afname van de deviezenvoorraad) of een saldo rechts (materieel overschot en toename van de deviezenvoorraad) op staat.

Het schema ziet er dan als volgt uit:

- de deviezen voorraad is toegenomen met 9 miljard en dit is op de salderingsrekening aan de uitgavenkant.

- Het saldo op de salderingsrekening bedraagt nu -9 miljard als men nu het materieel saldo en het saldo van de salderingsrekening bij elkaar optelt komt er 0 uit.

- De balans loopt nu glad

- Het formeel saldo is nul. Dit is per defenitie het geval omdat de goud en deviezen rekening het materieel saldo moet opheffen.

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen