Achtergrond: Antigone (Sophocles)
- = TRAGEDIE => ontstaan in samenlevingen die onderdrukt zijn.
- Het verhaal:
- De broer van Antigone, allebei kinderen van Oedipus, komt in opstand tegen de Koning van Thebe, Kreon. De andere broer blijft de koning echter trouw. Dan is er een strijd waarin beide broers omkomen. Diegene die hem trouw bleef wordt begraven, maar diegene die in opstand kwam niet.
- Antigone is het hier niet mee eens en maakt een graf. Kreon komt dit echter te weten en sluit Antigone op. Er komt een dialoog tussen Antigone en Kreon:
- Zij vindt de goddelijke wetten = universele wetten > Kreon’s wetten die aards zijn en individuele wetten zijn, want een andere koning zouden andere wetten betekenen. Zij wordt voor deze uitspraak ter dood veroordeeld. Kreon wordt later gestraft want zowat iedereen uit zijn naaste omgeving sterft door een tragische verdere wending in dit verhaal.
- Eigen aan tragiek: je denkt het goede te doen, maar einde is slecht.
- => Er kan een lot zijn waar je niet onderuit kan. De structuur van je leven heb je niet onder controle. Je moet geluk hebben om geluk te krijgen en je kan het dus niet zelf maken.
- Nu duwen we tragische dimensie weg:
- => Iedereen is verantwoordelijk voor zijn eigen geluk maar die controle hebben we soms niet.
- Vb. 1 september sterft er statistisch sowieso een kind aan de schoolpoort.
- Gevolg: we gaan ons kind meer met de auto brengen meer verkeer meer kans op ongevallen.
=> We proberen dus ons lot onder controle te houden maar creëren zo een invers effect. We hebben niet altijd alles zelf in de hand.
Hoe hiermee leven? Grieken vertrokken vanuit tragische ingesteldheid en hopen ze beter met de tragiek te komen omgaan. - CATHARSIS hier: besef laten groeien omtrent oncontroleerbaarheid.