De joodse traditie
De joodse traditie is zowel religieus als filosofisch. Religieus heeft het jodendom de grondslagen uitgewerkt, waarop later het christendom en de christelijke westerse cultuur gebouwd zijn. Zonder een inzicht in de joodse fundamenten is het christendom onbegrijpelijk, en zonder een grondige kennis van het christendom en zijn evolutie kan men niet zinnig over westerse filosofie praten.
Na 70 na Christus werden de joden over het hele Midden-Oosten, Noord-Afrika en Spanje verspreid en ze begonnen pas opnieuw cultureel tot bloei te komen in het rijk van de islam.
De islam beschouwde de joden en de christenen als voorlopers van hun godsdienst en preekten daarom een politiek van respect en tolerantie voor de joodse en christelijke minderheden in hun midden. In de praktijk is dit soms wel anders verlopen en moeten we een onderscheid maken tussen:
- christenen en mohammedanen die aanspraak maakten op de bekering van de wereld (kruistochten, de Heilige Oorlog)
- joden die niets meer verlangden dan het recht hun godsdienst en gewoonten midden in de vreemde omgeving te kunnen behouden
Joodse filosofen
(1) Gabirol (1020-1069): ontwikkelde zijn denkbeelden vanuit de neoplatoonse traditie
(2) Maimonides (1135-1206): zet de filosofie van Aristoteles voort en heeft een directe invloed op Thomas van Aquino en andere westerse filosofen
→ deze joodse filosofen hebben, samen met de Arabische denkers, niet alleen de Griekse traditie bewaard, ze zijn zich vragen beginnen te stellen over de verhouding tussen hun godsdienstige overlevering en het rationele denken, vragen die de hele middeleeuwen door het denken zullen beïnvloeden.