Handelen onder onzekerheid
De utilitaristische calculus is toekomstgericht. Maar het behoort tot de fundamentele kenmerken van ‘de toekomst’ dat zij onzeker is. Toekomstgericht handelen, is handelen op grond van waarschijnlijkheden. Daardoor stelt zich een probleem: kan men berekenen wat de numerieke waarschijnlijkheid is dat een handeling een welbepaald gevolg zal hebben?
Daarom gaat men een onderscheid maken tussen subjectieve en objectieve waarschijnlijkheden:
- De Bayesiaanse interpretatie gaat ervan uit dat subjectieve waarschijnlijkheden afhankelijk zijn van het overtuigingssysteem dat iemand aankleeft en opdat zij rationeel zouden zijn volstaat het dat zij consistent zijn met dat geloofssysteem.
- Tegenover deze interpretatie staat een objectivistische die waarschijnlijkheden definieert aan de frequentie van een gebeurtenis relatief aan een verzameling mogelijke gebeurtenissen.
Zowel in de standaardeconomische theorie als in het utilitarisme opteert men voor de subjectivistische interpretatie van waarschijnlijkheden. Maar opnieuw stellen zich de problemen dat overtuigingen foutief of adaptief kunnen zijn. Een bijkomend probleem is dat actoren tijdpreferenties hebben. Men verstaat daaronder de tendens om het gewicht van preferenties die in de toekomst moeten worden bevredigd te onderschatten.