Het werken
Pas hierin onderscheiden we ons van het dier.
Kenmerken:
1. Homo faber als meester
Hierin werpt de mens zich als meester van de natuur. Menselijke creaties zijn geen creaties uit het niets. Ze ontstaan vanuit de natuur, maar worden dan helemaal omgevormd. De mens legt zijn wil op aan de natuur.
2. Een duurzame wereld
Al werkend brengt de mens de wereld tot stand. De mens maakt een kunstmatige dan van duurzaamheid of stabiliteit op die weerstaat aan de cyclus van de natuur (ontstaan en vergaan)
De natuur geeft de mens een onderkomen en toch moet de mens de wereld voortdurend beschermen en telkens opnieuw tot stand brengen.
3. Lineaire activiteit
Het werken heeft een duidelijk begin en een voorspelbaar einde in de tijd. Het einde valt samen met het einddoel. In principe is het werken dan ook niet repetitief, maar eenmalig (duurzaamheid). Werken is een middel om een doel te bereiken. Instrumentele verhouding: werken is een middel, natuur is de leverancier van grondstoffen en dus ook een middel. Deze is een voorwaarde voor menselijk specifiek leven d.w.z. als intervaltussen geboorte en dood, dat een lineair verloop kent en waarin mensen eenmalige gebeurtenissen meemaken, dingen tot stand brengen en daden kunnen stellen. Alleen in dit lineair leven kunnen mensen ‘iemand’ worden en identiteit verwerven.
4. Dingen
Het eindproduct van het werken, de wereld als geheel der dingen.
- Gebruiksgoederen: het weerstaat aan het alles verslindende karakter van onze behoeften en ook al verslijt het door gebruik toch is het gemaakt om geconsumeerd te worden. Wat is de bestemming van deze gebruiksgoederen:
- Ze worden gebruikt bij het arbeiden, zorgen voor verlichting van de arbeidslast en voor kwantitatieve groei van de arbeidsproducten.
- Ze worden gebruikt als instrumenten voor het werken zelf
- Ze vormen de kunstmatige omgeving voor de mens.
- Kunstwerken: een maximaal ding, niet bestemd voor gebruik en vaak uniek. Ze hebben een belangrijke rol in de verhouding van de mens tot zijn wereld. Het gaat in tegen de strikte utilitaire mentaliteit (enkel dingen maken voor een nut). Niet alles heeft een doel en niet alles is een middel tot dat doel.