J.S. MILL
=> leeft in cultuur van Engelse gentlemen en hier bevinden zich volgens hem de juiste pleasures.
LIBERTY => idee van persoonlijke vrijheid
UTILITY => grootste nut voor grootst mogelijk aantal
=> gaat het idee van de nutsfunctie kwalificeren. Welke pleasure willen we?
In zijn ogen: vroeger => utilitarisme = phylosophy of pigs
Hij stelt: het moet gaan over de juiste pleasure. Welk plezier is beter?
=> de eenvoud/duidelijkheid en het brutale van Bentham valt weg bij hem en het wordt complexer. Het neigt terug naar Aristoteles: Wat is het juiste leven?
Voorbeeld: Publiek dronkenschap = wettelijk verboden.
Mill zegt: Solitary drunk zijn moet kunnen, het hoort bij onze vrijheid. We moeten eens kunnen falen en ons eens kunnen vergissen.
zit duidelijk soort van GROEI-IDEE in:
Het juiste plezier kan je bereiken door vrijheid en te groeien.
!Het gaat hier wel niet over algemene vrijheid, maar functionele vrijheid om te kunnen groeien als persoon!
=> AUTONOOM INDIVIDU: iemand die zeker graad van zelfstandigheid heeft bereikt en die zichzelf beperkingen gaat opleggen.
- HET PRUDENTIALISME (staat lijnrecht tegenover dit idee van Mill):
=> gaat nadenken over limiet van eigenbelang:
“Minimaliseer de pain en maximaliseer uw nut volgens uw self-interest” domineert in de economie.
MAAR: dat eigenbelang gaat altijd in strijd komen met de moraal.
=> Er is straf nodig en geen zelfgroei zoals bij Mill. De pain factor van de brutale straf zal hen laten doen wat ze moeten doen.
Vb. verhaal over Ring van Gyges (Plato)
De ring maakt het personage onzichtbaar en die kan nu onbestraft dingen doen want niemand ziet hem. Van zodra de strafdruk wegvalt, verdwijnt de moraal als sneeuw voor de zon en komt het eigenbelang naar boven!
- Waarom doen we dat niet vaker zo helemaal dronken zijn op straat en meer aan eigenbelang denken als de hoeveelheid blauw op straat toch zo klein is?
Of ander voorbeeld: je hebt geld nodig…
1) geld verdienen 2) geld lenen 3) oud vrouwtje overvallen
Ons eigenbelang is al grotendeels bepaald onder het topje van de ijsberg van de moraal (onzichtbaar), waar normen en waarden geïnternaliseerd zijn. Ze bevatten een complex aantal regels die geïncarneerd zijn in ons gedrag. Ze zijn uitgekristalliseerd voor ze naar boven komen en daardoor negeer je in het geval dat je geld nodig hebt de optie “oud vrouwtje overvallen”.
De wet wordt marginaa