Kants Copernicaanse wending in de filosofie
- Kants is gefascineerd door “het nieuwe denken”
- Kant start zijn onderzoek met fundamentele vragen :
- Wat kan de mens weten ?
- Hoe kan de mens weten ?
- Zijn er grenzen aan het menselijke kennen, zo ja waar ligt die grens ?
- vragen worden opgelost in ‘ kritiek van de zuivere rede’
- Onderzoek naar menselijk handelen ; hoop en verwachtingen
- Fout van voorgangers : kennen is een identieke reproductie van de werkelijkheid MAAR onze ervaring van de dingen wordt opgevangen, gekleurd en verandert door de a-priori
- Maakt studie over de grenzen van het kenvermogen
A-priori structuren op zintuiglijk niveau
- Elke kennis begint met een zintuiglijke ervaring
- Tijd en ruimte ( aangeboren besef )
A-priori structuren op verstandelijk niveau
- Hoe is kennis op een hoger niveau mogelijk ?
- Er zijn 12 oordeelsvormen die zintuiglijke verschijnselen tot een verstandelijk begrip brengen ( aangeboren )
- Ware, objectieve kennis verijst zintuiglijke gegevens en een verstandsstructurering
Niveau van de Rede of van het Vernunft
De rede brengt een eenheid in de veelheid van verstandelijke begrippen.
- Ik : alle psychische verschijnselen kunnen geïnterpreteerd worden alsof ze wijzen naar een persoon
- Wereld : alle verschijnselen moeten zo worden verbonden alsof ze betrekking hebben op éénzelfde wereld
- God : je moeten zo denken alsof God als eerste schepper bestaat
-> geen reële bestaanswaarde
-> het Noumenon en de ervaring van de zintuigen is het fenomeen