Marshall Sahlins en Mary Douglas: structuralisme en structureel-functionalisme
Centraal in deze visies staat dat mensen betekenis geven aan de hen omringende wereld. De gedachte dat mensen betekenis geven aan hun omgeving houdt in dat zij die omgeving zien als een geheel van tekens en dat zij hun gedragingen, de gedragingen van anderen,… zien als symbolen. Op de vraag naar wat die symbolen verwijzen heb je verschillende visies:
- Bepaalde praktijken symboliseren brede kenmerken van de sociale structuur. Deze visie onderscheid een sociale structuur en een symbolisch (classificatie)systeem waarbij het symbolisch systeem, de sociale structuur ondersteunt. Dus de sociale integratie veronderstelt een consensus (eens zijn) over de manier waarop men de werkelijkheid ziet en interpreteert. Mensen moeten dus zienswijzen delen, willen zij kunnen samenleven. Symbolische classificaties zijn indelingen van de werkelijkheid. (cfr. mens-dier, hoog-laag, natuur-cultuur etc.)
Dit vormt de basisgedachte en is verder ontwikkeld in de richting van:
- Structureel-functionalisme: dit gaat uit van de gedachte dat symbolen moeten worden onderzocht vanuit het standpunt van hun effecten op de sociale structuur. (cfr. Mary Douglas)
- Structuralisme: de praktijken verwijzen niet naar kenmerken van de sociale structuur, maar het is onmogelijk de betekenis van een element te vatten, zonder het in een gesloten systeem van betekenissen te plaatsen waarin dat element past. De betekenis van een praktijk hangt af van haar plaats in de symbolische structuur.