rechtvaardigheidstheorieën
Inleiding
Er zijn 3 soorten uitspraken:
- Empirische uitspraak: zij legt een feitelijk verband tussen 2 onderwerpen (beschrijvende vaststelling)
- Technisch relatie: zegt wat men kan doen om iets tegen te gaan, het zijn feitelijke uitspraken à verifieerbaar
Niet elke technische relatie geeft aanleiding tot een normatieve!
- Normatieve uitspraak: zegt wat men hoort te doen om iets tegen te gaan.
- geen waarheid, geen valsheid
- wel of niet justifieerbaar
→ Alleen technische maatregelen die ook normatief gejustifieerd zijn, komen in aanmerking voor uitvoering.
Positieve economie: een wetenschap die zich beperkt tot het vaststellen en verklaren van feitelijke verbanden en tot het aangeven van technische mogelijkheden om vooraf gegeven doelen te bereiken.
(verklaring manier waarop g en d onder omstandigheden van schaarste worden verdeeld) à geen voorschriften, niet hoe men zou moeten handelen
Normatieve economie: een econoom die allerlei aanbevelingen doet stapt eigenlijk in een normatieve rol.
De rechtvaardigheidstheorieën hebben een normatieve basis van de allocatie van maatschappelijke middelen als onderwerp. Ze maken deel uit van de normatieve economie. De filosofische grondslagen worden dan weer onderzocht in de ethiek. De ethiek omvat het kritisch onderzoek van de methodes voor het justifiëren en onderzoeken van normen, waarden, regels en beginsels en de justificatie zelf van deze gegevens.
Het normatieve gaat hier dus om de ethische verdeling van goederen en diensten.
- een distributieve of verdelende rechtvaardigheid: “ hoe hoort men lasten en baten (pos. en neg. inkomens, kansen, macht, …) te verdelen?”
- justificaties van de verdeelpatronen
2 typen:
- in termen van het beschikken over middelen om fundamentele zaken te doen (utilitarisme, Rawls) à doelen realiseren
- in termen van negatieve basisrechten (Locke, Nozick)