TERUG NAAR DE SOFISTEN & SOCRATES
1. SOFISTEN
- => komen naar de stad en er is een verhaal over de oprichting door een god. Er zijn bijgevolg verschillende weten ontstaan.
MAAR: men stelt vast dat wet bepaald wordt door macht en dat de wetgeving de machtsverdeling in de stad weergeeft. - => Sofisten ontmaskeren de wetten als belangen voor groepen in de samenleving waarbij alles te maken heeft met macht en niet met de goden.
GEVOLG: er bestaan geen universele wetten want hoewel iedereen goden heeft zijn wetten van stad tot stad verschillend. De sofisten tasten vertrouwen in wet aan en leren mensen dingen naar hun hand te zetten. - Marx, Foucault, Nietsche,… dachten op gelijkaardige manieren hierover.
De wet dient als bevestiging van de machtsstructuur en wordt ontmaskerd als verdrongen machtswil. - !Deze visie is RELATIVISTISCH t.o.v. de wet. Elke claim universalisme is fout!
- Logische contradictie: het enige universalisme dat er is, is dat alles relatief is.
- Relativistisch betekent dat waarden en normen kunnen verschillen doorheen de tijd en van plaats tot plaats. Er zijn verschillende soorten relativisme:
- Descriptief relativisme
- Normatief relativisme
- Subjectivisme => alles is persoon-relatief
- Cultuurrelativisme => alles is cultuur-relatief
- - Descriptief relativisme => stelt zich niet onmiddellijk een probleem.
- - Normatief relativisme en meer bepaald normatief relatief subjectivistisch
- => er komen een aantal problemen naar boven:
- Probleem 1: Bij normatief relativisme wordt het heel moeilijk bepaalde gedragen als fout te beschouwen. Iedereen maakt namelijk zijn eigen keuzes die een kwestie zijn van smaak. Wat doe je met mensen die waarden en normen overtreden?
- Vb. Dutroux, de Nazi’s,
- Toegepast op het subjectivisme:
- Vb. Een kannibaal die mensen opeet maar het is met wederzijdse instemming. Wat doe je aan die kannibaal? Dit zijn subjectieve voorkeuren. Het is zijn keuze en daar kan je niets tegen doen. Dan mag je niet gaan argumenteren waarom jij gelijk hebt, maar waarom hij ongelijk heeft.
- Probleem 2: Elke wet bevat claim van objectiviteit.
- Probleem 3: de praktijk, de dagelijkse discussie
- Vb. Vinden dat iemand rare kleren heeft en hem er door raar vinden. Jouw kleren zijn namelijk de juiste. Dit is wederom persoonlijk relatief. Jij vindt dit… de andere vindt dat… Wat is de zin van de discussie dan als er niets van objectiviteit inzit?
- => Als je vindt dat bovenstaande posities verkeerd zijn moet je niet-normatieve positie innemen en toch geloven dat er iets van universaliteit is. Wij gaan die objectiviteit zoeken in een bepaalde context. Dit brengt ons bij Socrates.