Uiteenlopende visies in verband met ‘autonomie’: liberalisme, holisme en mechanisme
Twee hedendaagse strekking over anatomie worden door Taylor op antwoord voorzien:
1. Enerzijds werd autonomie omschreven als zelfbeschikkingsrecht. Autonomie herleidt tot vrijheid. De opbouw van persoonlijke autonomie verloopt ‘atomisch’ en ‘liberalistisch’.
Volgens Taylor verloopt de opbouw ‘holistisch’ en ‘ communitaristisch’, dus in een sociale context.
2. Ook een overdreven pessimistische visie stelt hij in vraag; ‘Is persoonlijke anatomie wel mogelijk in het gedetermineerd zijn van een persoon?’ Taylor zoekt ook hier naar een noodzakelijke en voldoende voorwaarden voor persoonlijke autonomie in een deterministisch universum.
Taylor zie de mens niet als een objectief ding of feitelijke gegevenheid, maar als een zichzelf interpreterende en evaluerend wezen. Maar het is geen creatie uit het niets; de persoon articuleert zichzelf op basis van een vooraf gegeven waardenhiërarchie.
DUS: In Taylor zijn visie is het autonome zelf het resultaat van zelfinterpretatie en zelf-evaluatie tegen de achtergrond van een horizon van betekenis en waarde.
Deze wending stuit op een grens, een ‘malaise’;
– De nadruk op het individualisme,
– De teloorgang van traditie en verbanden,
– Dominantie van de instrumentale rede