VERSCHILLEN LOCKE & HOBBES
1. H: onmogelijk dat mens in natuurtoestand al natuurlijke rechten en plichten zou hebben.
2. H: Rechten en plichten hebben maatschappelijke oorsprong
L: Rechten en plichten hebben een goddelijke oorsprong.
=> de mens bestaat al als individu in zijn relatie tot God nog voor hij in de sociale verhoudingen binnentreedt. God heeft mensen individueel geschapen.
(Dit idee komt volgens sommigen alleen in christelijke cultuur voor waardoor wortels v. modern individualisme in christendom zouden liggen volgens hen)
3. Bij Locke is het onderscheid tussen situatie met en zonder staat minder scherp omdat er sowieso al een natuurlijke orde aanwezig is.
4. H: Leviathan zowel uitvoerende als wetgevende macht!
L: Wetgevende macht en uitvoerende macht zijn gescheiden.
=> Dit zorgt voor spanningen tussen deze twee machten:
- Wetgevende macht is de hoogste macht in de staat, maar wordt onderworpen aan reeds beperkingen die door haar doel worden bepaald. Ze komt slechts van tijd tot tijd eens samen.
- Uitvoerende macht is continu aan het werk en beslissen, maar soms is er geen wet voor handen. Dan kan uitvoerende macht zijn positie misbruiken.
(= PREROGATIEF => de mogelijkheid om op eigen houtje te handelen)
5. Bij Hobbes: Bij conflicten moet de staat zijn macht gebruiken.
Opstand betekent terugkeer naar natuurtoestand waar wet van de sterkste geldt. De sterkste (Leviathan) moet die macht laten gelden. Er is dus geen sprake van recht op revolutie, wat niet belet dat er soms gebeuren.
=> Ene absolute macht wordt dan vervangen door andere absolute macht.
Bij Locke: Revolutie is mogelijkheid, je hebt er recht op wanneer staat/vorst de basisrechten niet respecteert + wanneer ze alle macht naar zich toe trekt.