Algemene opmerkingen over structuralisme
- Gepubliceerd in Geschiedenis
- Lees 723 keer
1. Vergelijking met Kant. Kant maakte geen onderscheid tussen natuurwetenschappelijke en geesteswetenschappelijke kennis. Alle kennis was mogelijk door de zuivere vormen en categorieën in de geest (het transcendentale subject). Voor structuralisten was de vraag hoe natuurwetenschappelijke kennis mogelijk was vanwege hun positivistisch uitgangspunt niet problematisch. Zij deelden enerzijds met de klassieke empiristen het standpunt dat natuurwetenschappelijk kennis van de werkelijkheid mogelijk was op grond van empirische waarneming. Zij zochten anderzijds voor subjectieve, niet-wetenschappelijke kennis wel naar dieperliggende structuren. Dit waren geen transcendentale structuren (Kant) of structuren die de geest had gemaakt (neokantianen), maar empirische structuren, sociale gegevenheden. Wetenschappelijke en niet-wetenschappelijke vormen van denken worden zo asymmetrisch behandeld. Onder invloed van het werk van Kuhn zou getracht worden om ook wetenschappelijke vormen van denken vanuit sociale structuren te verklaren.
2. Structuralistische benaderingen kunnen worden opgevat als voorbeelden van een paradigma in de zin van Kuhn. Zij creëren een eigen onderwerp van onderzoek, een eigen ontologie (sociale feiten, ‘langue’, tekensystemen).
3. Structuralistische benaderingen waarbij de betekenis afgeleid wordt uit het geheel van een structuur en niet aan de werkelijkheid zijn verwant aan het betekenisholisme van Duhem, Quine en Kuhn.