De geestelijkheid en haar taken
- Gepubliceerd in Geschiedenis
- Lees 1055 keer
Hiërarchie
- Kerk heeft al vroeg een geordende geestelijkheid of clerus en is daarom al snel goed gestructureerd
1) Voornaamste taak van de clerus: het leiden van de kudde naar het eeuwige heil
2) In de Vroege ME zijn er acht wijdingsgraden: 4 hoge (priester, bisschop…) en 4 lage (exorcist, akoliet…)
Inwijding geestelijke
- Moet zich de kruin laten scheren (tonsuur)
- Als aspirant staat hij onder het gezag van de bisschop geniet van ‘het privilegium fori’ (onttrekking van de wereldlijke rechtbanken) en het ‘privilegium immunitatis’ (vrijstelling van elke fiscale en militaire verplichting in de publieke sfeer)
Sacramenten
= de zichtbare door Christus ingestelde tekenen van de persoonlijke band tussen God en de gelovige (toegediend door hoger gewijde geestelijken)
Eucharistie
gezamenlijke herdenking van het Laatste Avondmaal, later kregen ze ook een utilitair karakter (beden afsmeken …)
Doop
- volwaardig lid worden van de gemeenschap
- redding van de ziel
1) tijdens het leven kun je veel zonden begaan, dus werd in het begin meestal gedoopt aan het sterfbed
2) Vroege ME doopte men vlak na de geboorte, om iemand op te nemen in het zielenheil, de peetouders leggen dan de geloofsbelijdenis af
Biecht
men bekent schuld vergeving boetedoening
- boetedoening was in het begin in het openbaar en heel zwaar, later wordt dit privaat
- priester gaat een boetedoener systematisch vragen stellen met bedoeling tot het inzien van de zonden
=> in totaal 7 sacramenten, maar slechts deze drie worden toegelicht
Wat moeten de geestelijken kennen en kunnen?
- Ingewikkelde rituelen en formules i.v.m. sacramenten kennen (liturgie)
- Bijbelteksten uitleggen
- Opleiding was echter niet al te goed => op den duur was het al heel wat wanneer een priester een liturgische formule correct kon uitspreken
Morele eisen
Aan hogere geestelijken worden hoge morele eisen gesteld, maar pas vanaf de Karolingische Tijd wordt dit in de praktijk omgezet
Kanunniken
- gaan samen kapittels vormen (priesters verbonden aan een kathedraal die bijeen gaan wonen)
- kanunniken zijn geen monniken!
Celibaat
Hoewel bv. Augustinus een algemeen klerikaal celibaat wil, zijn de regels in het westen aanvankelijk los:
- in het ORR mogen gehuwde mannen priester worden, maar ongehuwde priesters mogen er niet achteraf trouwen
- uiteindelijk zal in het westen het priestercelibaat ingevoerd worden, in het oosten niet