De Rijkskerk
- Gepubliceerd in Geschiedenis
- Lees 855 keer
>>> essentiële factor voor het overwicht van het Duitse Rijk in Europa:
- de koningen grondvesten hun macht op die van de kerk
- Kerk was ten nauwste verbonden met Rijk
Systeem
- overheidsfuncties + bezittingen en inkomsten, inclusief militaire, voor bisschoppen en abten
→ Duitse koningen verleenden territoriale vorstendommen aan bisschoppen die zo wereldlijk en geestelijk gezag tegelijkertijd uitoefenen in gebieden die elkaar niet steeds overlapten ( vb. Sticht)
- hooggeschoolde geestelijken aan het hof met functies als kanselier en andere; ook kerkelijke waardigheden zodat zij in naam van het kerkelijk patrimonium hun diensten aan het Rijk konden vervullen
- kerkelijke dignitarissen (d.i...)soms verkozen omwille van politieke trouw i.p.v. hun religieuze kwalificaties
- Duitse koningen = hoogste beschermheren christenheid en actief in ondersteuning kerstening
Priestercelibaat
eigen dynastiek patrimonium onmogelijk door priestercelibaat (<> lekenvazallen);
=> toch ruilrelaties tussen geestelijken en vazallen in de vorm van bescherming, schenkingen en culturele diensten ( vb. communie, huwelijk,...)
>> aanspraak op materiële en persoonlijk weldaden Kerk door belangrijke families
>> prelaten worden machtswellustigen
Aartsbisschoppelijke katheder van Maagdenburg
Duitse missiepost tegen Slavische heidenen
>> samenwerking Kerk en Rijk
>> saamhorigheid van de verschillende volkeren in het Rijk
Bouwkunst
Bouw van grandioze kathedralen:
- kerk van Maagdenburg door Otto I
- kathedraal van Bamberg door Hendrik I
- dom te Spiers door Koenraad II
Ottoonse bouwkunst:
- karakteristiek is de architecturale conceptie; westpartij even zwaar accent als het naar het oosten gerichte koor
- symmetrie van geestelijke en wereldlijke macht tot uiting door twee torens van gelijke hoogte aan elke zijde
- troonzaal boven het westportaal opdat de koning de mis kan volgen in verheven positie (loge)