Menu

De standensamenleving en de staat

De sociale mobiliteit was beperkt en de staatsoverheid meestal éénhoofdig namelijk een vost, die de functies delegeerde aan hoge ambtenaren en gunstelingen. Dit gezag varieerde naar omvang en belang per staat en men moest daarbij rekening houden met corporaties en standen. Er bestond een machtsspel tussen de standen en de vorst. Aanvankelijk was er een stabiel evenwicht tussen beide maar dat werd verstoord tijdens de nieuwe tijd en verbroken in voordeel van de vorst. De absolute vorstenmacht ontstond (vnl. theorie versus praktijk en illusie via propaganda en representatie).

Relevante artikels

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen