De vestiging van het Duitse koninkrijk
- Gepubliceerd in Geschiedenis
- Lees 694 keer
Organisatie
→ enerzijds verkozen keizerschap op basis van beste militaire prestaties anderzijds tendens koningschap erfelijk
→ vier stamhertogdommen, vermoedelijk ontstaan door territoriale verdediging tegen Magyaren en Slaven, met (gedeeltelijk etnische basis);
- Saksen
- Franken
- Zwaben
- Beieren
Geschiedenis
- 911; Karolingische dynastie sterft uit
- 919- 921; Hendrik de Vogelaar (hertog van Saksen) wordt verkozen tot koning in ruil voor verregaande autonomie voor de Beierse hertog in zijn hertogdom
>> Duits koningschap is verzekerd
>> maar; tegengewicht van de hertogdommen
- 929; Hendrik I laat zoon Otto I erkennen als zijn enige troonopvolger om de continuïteit van hun dynastie te waarborgen tegen rivaliserende hertogen en gefrustreerde familieleden
- Otto I (936- 973)
- Otto II (973- 983)
- Otto III (994- 1002); geboren in 983; tijdens zijn elfjarige minderjarigheid hebben de twee weduwen van de twee voorgaanden samen met de aartsbisschop Willigis van Mainz het regentschap
- traditie van verkiezing wordt uitgehold tot zorgvuldige onderhandelingen, maar de belangrijkste rijksvorsten slaagden er toch in het principe van de koningsverkiezing overeind te houden
- Hendrik II (1002- 1024); verwierf nooit werkelijk gezag in Saksen
- Koenraad II (1024- 1039); bekleedde geen vorstenrang alvorens de Salische dynastie
>> bewijs dat het Duist koningschap zelfs los van etnische basis verankerd was
- familiebanden vormden een essentieel element instrument in de consolidatie van de koninklijke macht (bevoorrechte zonen, huwelijksstrategies,...)
>> persoonlijke machtsuitbouw in plaats van trouw aan de vorst
- 944: Otto I lijft vanuit zijn Hausmacht ( = patrimonium van de dynastie) rest Lotharingen in
>> gebiedsuitbreiding richting Westen
- 1034: inlijving koninkrijk Bourgondië
>> westelijke grens langs de lijn Rhône, Saône, Maas en Schelde
Geografisch
- verschillende entiteiten; naast Germaanstalige volkeren ook Romaanstalige, Latijnse en West –Slavische
>> grote communicatieproblemen
>> culturele verschillen aanwezig; maar beperkt ( Magyaren en Slaven)
- het Rijk is onderverdeeld in ‘Marken’ ( = kolonisatiegebieden); vb. Oostmark, Steiermark; Karintië,...
>> doel; terugdringen Slaven, Magyaren en buitenposten van het Byzantium
- voortdurende strijd tegen rivalen tijdens de 10e eeuw
>> zwaarbewapende ruiterij verschafte de militaire stootkracht die bij omringende volkeren veel minder ontwikkeld was