H. Pirenne: ‘Mahomet et Charlemagne’
- Gepubliceerd in Geschiedenis
- Lees 968 keer
= oorspronkelijk collegenotities uit 1889
Pirenne – these
- laatantieke economische systeem dat georiënteerd was op het Middellandse –zeegebied en dat Zuid-Europa verbond met het Midden-Oosten, grosso modo onaangetast bleef bij de grote volksverhuizingen
- enige degeneratie zou wel zijn opgetreden door de vestiging van barbaarse rijken
- pas vanaf het midden van de 7de eeuw zou —door het uiteendrijven van oost en west— en de veroveringen van de arabieren een verstoring zijn opgetreden
- ontstaan feodaliteit
- Handel plooide terug en zwaartepunt kwam te liggen op Noordzeebekken , in casu het gebied tussn Seine en Rijn
Bezwaren tegen Pirenne
Tegen de pirenne-thesis zijn heel wat bezwaren geformuleerd. Sommigen houden vol dat het Middellandse-Zeegebied een belangrijke transportzone bleef na de Arabische veroveringen en dat de moslimwereld zorgde voor de opleving van de internationale handel.
Andere invalshoek
Niet – commerciële handel
- eel van de uitwisselingen waren niet noodzakelijk een uiting van ‘handel’, ze hadden geen commercieel karakter.
Bv: het gebeurde dat gratis bulkgoederen en granen werden geleverd aan Rome, ter bevoorrading van een grote stad.
- ondersteunende functie, relaties tussen de aristocratie >> verklaart meteen ook waarom handel niet noodzakelijk via steden en stedelijke markten verliep.
Gift - Exchange
= handel als een middel ter bevoorrading van de elite met hooggewaardeerde prestigegoederen die dienden als geschenken,zoals wapens,paarden,goud en slaven;
- dergelijke goederen kunnen- omdat het geschenken zijn – niet zomaar door de verkrijger worden vervreemd
- vorm van wederkerigheid: geven houdt verwachting in van tegengift.
Wederkerigheid: gelijk of ongelijk?
Schema HB p. 114
Gelijk
- reciprociteit
- bv. tussen bondgenoten van gelijke status
- in vroege ME naast prestigegoederen ook vrouwen uit de aristocratie
- Rol van onderlinge huwelijken in onderhouden van contacten en vreedzame relaties op regionaal niveau
Ongelijk
- Redistributie
- Bv. tussen chief en krijger
- Herverdeling van rijkdommen van de heer over de leden van zijn cliëntele => zowel prestigegoederen als primaire consumptiegoederen, en later land
Verfijning systeem zie schema HB p. 114
In beginsel
Een heer onderhield de leden van zijn Gefolgschaft in beginsel volledig. Mochten aanzitten aan zijn dis en wonen in zijn zaal. Tegenprestatie vooral loyale militaire steun.
- elite wisselt uit met elite
- afhankelijke boeren leveren goederen, arbeid aan elite en krijgen in ruil bescherming en grond
- de elite geeft bescherming, prestigegoederen en substitutiegoederen aan Gefolgschaft die haar loyaliteit en krijgsdienst levert aan de elite.
Verfijning
Rekening houden met contexten
- soms dwongen koningen de aristocratie om die aan zich te binden:
* door één of meer van hun kinderen te gijzelen
* door pleegouderschap.
- Visigotisch Spanje: onvrije krijgers in het netwerk van koningen opgenomen tegen de onevenredig grote macht van sommige aristocratieën (later in 12de eeuw opnieuw toegepast)
Relatie heren – boeren
- weinig overgelaten aan de werking van de markt
- voor de uitwisseling van prestigegoederen was men wel aangewezen op handelaren.: handel in slaven en slavinnen, reukwaren, sieraden,peper, kruidnagel
- daarnaast handel in grondstoffen en gebruiksartikelen voor een breder publiek: wol, laken, leer, pelzen,aardewerk, zout, honing en metalen vaatwerk waarvoor een of meer gespecialiseerde productiegebieden bestonden.
Regionale handel
- regionale handel op kleine markten nam toe in 7de eeuw
- marktrechten verleend door 1ste karolingische koningen
- Jaarmarkten ontstonden, zoals die van de abdij van Saint-Denis bij Parijs
- Ondersteund door nieuw zilveren muntstuk als betaalmiddel: de denarius of penning (1/12 de van de solidus, de standaard romeinse munt) in zoverre er geen ruilhandel was.