Japan en China, een reuzen-verschil
- Gepubliceerd in Geschiedenis
- Lees 1137 keer
Er zit iets meer dan 100 jaar tussen de periode waarin Japan uit de slaap ontwaakte en de opbloei van China. In WOII heeft de VS geprobeerd de macht van de vroegere leiders in Japan op te breken. Japan behoort nu tot de kernlanden. Dit kwam doordat de lagelonenindustrie zich verplaatste naar Taiwan en Zuid-Korea. De concentratie van stedelijke gebieden in Japan is groot. In 1997 was de Azië-crisis vanuit Japan. Na de crisis en WOII werden landen rondom Japan communistisch. Door de globalisering zijn er grote regionale verschillen in Japan. Door de snelle verstedelijking hebben de stedelijke gebieden te kampen met grote problemen op gebied van milieu, hoge prijzen gebouwen en grond en verkeer.
Japan kan niet concurreren met goedkope arbeidskrachten, dus richten ze zich net als de kernlanden in Europa op de hightech industrie. De perifere regio’s hebben te maken met backwash-effecten: vertrek hoog opgeleiden, beperkte publieke en private investeringen, geringe werkgelegenheid. De fast world is sterk doorgedrongen in Japan.
Het BNP in China is laag, maar ze heeft wel een hypermodern centrum is Sjanghai. Tot de jaren 70 was China een perifeer land. Het was erg gesteld op zijn isolationisme. Na Mao’s dood kwam de liberalisering van de economie. Langzaam kwam China uit het isolement. China heeft een kapitalistische economie. China heeft speciale economische zones die grenzen aan Hongkong. China heeft nu een handelsverschot met de VS. Ondanks de groei van de welvaart heerst er nog veel werkeloosheid onder de arme bevolking. Geografisch gezien nemen de ruimtelijke verschillen toe. Achterblijvende regio’s zijn bijvoorbeeld centraal- en noord Manjoerije. Er is sprake van afstandsverval.