Kleine barbaarse koninkrijken
- Gepubliceerd in Geschiedenis
- Lees 794 keer
Visigoten
507
- Nederlaag tegen Clovis
- gedwongen om het grootste van Zuid – Gallië op te geven
Spanje
- Slaagden er in hun macht over het hele Iberisch schiereiland effectief te maken
- Werkwijze: * militaire successen
* overgang van arianisme naar katholicisme
- Abrupt einde van het rijk in 711: overrompeling van een Arabisch leger
Belang van Noord – Afrika
- Rijke landbouwgronden (Tunesië)
- Omvangrijke vloot van transportschepen
- In handen van de Vandalen
- Verschillende pogingen van Oost – Romeinse keizers om dit gebied in handen te krijgen
- Vandalenrijk: grote interne zwakheid
Ostrogoten in Italië
Variae
= verzameling staatsdocumenten, aangelegd door Cassiodorus in de nadagen van Odovakar
Uit de Variae blijkt:
- Theodorik: dictatoriaal, zo Romeins mogelijk bewind voeren in Italië => medewerking van Romeinse aristocraten is onontbeerlijk
- In ruil: Italië beschermen door 2 open landtoegangen te veroveren
- Ineenstorting van het rijk na dood Theodorik > aspiraties van Justianus om Italië daadwerkelijk terug bij het Romeinse Rijk te voegen
- Gotisch oorlogen van Justianus = ramp voor Italië
Langobarden in Italië
Vroegere historici
Werden heel slecht afgeschilderd: Langobarden waren onbedorven woeste barbaren, die nauwelijks in aanraking waren geweest met de (Romeinse) beschaving en echte integratie met de inheemse bevolking was nooit gebeurd.
Realiteit
- Versmolten met Italiaanse bevolking
- Grote reikwijdte van Langobardische recht
- Noord – Italië : stedelijke samenleving
- Hertogen belast met het beheer van de koninklijke domeinen en publieke inkomsten (ambt werd al spoedig erfelijk)
Opgang van het Frankenrijk
Clovis
- machtsbasis te Doornik
- in 507 versloeg hij de Visigoten waardoor hij Aquitanië verkreeg
- schakelde rivaliserende Frankische koninkrijkjes uit
Clovis’ opvolgers
- annexeerden het Bourgondische rijk
- andere rijkjes werden in enige vorm van afhankelijkheid gedwongen
- vorming van Frankische satellietrijkjes (Alemannen, Bavarii en Thuringi) dat gepaard ging met de aanstelling van een Frankische of autochtone Frankisch-gezinde hertog
- soms afhankelijkheid beperkt tot jaarlijkse tribuutbetaling
=> korte fasen van sterke Frankische invloed wisselden elkaar af met langere perioden van feitelijke autonomie
Volkeren in noord – oosten van Francia
tweeslachtige houding:
- Enerzijds waren ze een bedreiging
- anderzijds fungeerden ze als menselijke buffer tussen Francia en de Slavische Wende en als menselijk reservoir voor de formatie van Oost-Frankische legers.
Groot – Brittannië
Beeld GB omstreeks 500:
Angelen en Saksen
- waren als foederati binnengekomen(begin 5de eeuw)
- vermengden zich met de Romano – Britse bevolking
- Angelen en de Saksen hebben hun taal kunnen opleggen dankzij hun overwicht. Vele delen GB buiten bereik van Angelsaksische vestiging
Wales en Schotland
- vele kleine koninkrijkjes die elkaar voortdurend beoorloogden waaruit 7 grotere eenheden( Essex, Sussex, Wessex, Kent, East-Anglia, Mercia en Northumbria) ontstonden
- Mercia had grootste importantie want gedurende lange periodes erkenden de andere 6 de suprematie althans in naam
- bekendste koning van Mercia is Offa. Hij liet nieuwe munten slaan, wetten verzamelen en optekenen + een aarden wal optrekken op de grens van Mercia en Wales (Offa’s Dyke). Offa onderhield intensieve contacten met het hof van Karel de Grote