MAATSCHAPPELIJKE VOORUITGANG
- Gepubliceerd in Geschiedenis
- Lees 937 keer
De levensomstandigheden verbeteren fors zo had 2/3 van de Amerikaanse bevolking in 1929 toegang tot elektriciteit
Door de invoering van het lopende bandsysteem door Henry Ford daalde de prijs van de Ford T van $850 bij zijn introductie in 1909 tot $300 in de jaren ’20.
De auto-industrie wordt een zeer grote en belangrijke industrietak, die zich voornamelijk in de motorcity Detroit vestigde. Er ontstond meer en meer concurrentie, zo daagde General Motor Ford uit door verschillende types (met variërende prijsklasse) te ontwikkelen in verschillende kleuren waardoor de industrie meer dynamisch en innovatiever werd.
Amerika werd een Nation on Wheels, zo waren er in 1920 8 miljoen geregistreerde auto’s, in 1929 waren er al echter 29 miljoen ingeschreven… Hierdoor steeg de mobiliteit en konden mensen, als ze dat al wilden, uit de steden wegtrekken, rustig wonen en een goed job in een groot bedrijf bemachtigen. Suburbia werd geboren.
Omdat steeds meer en meer minder welstellende immigranten naar de steden trokken wilden de meer welstellende verhuizen, hierdoor ontwikkelde zich in de suburbs een cultureel leven. Er komt als het ware een decentralisering op gang, de binnensteden waren niet meer noodzakelijk het centrum.
Zo groeide de voorsteden van Los Angeles en Chicago 5 à 10 keer sneller als de binnensteden.
Er ontstaat wetgeving ter uitbreiding van het wegennet, maar ook op het vlak van veiligheid en verkeerscontroles. De auto-industrie geven ook een impuls aan het ontstaan van nieuwe bedrijven: benzinestations, drive-in restaurants, en motels langs de weg.
Na de twee termijnen van de Democratische president Wilson kwamen er voor een periode van 12 jaar uitsluitend Republikeinse kandidaten aan de macht Ze steunde de industrie, en probeerde zo weinig mogelijk de interveniëren in de industrie. Dit was een stap terug in vergelijking met de Progressive Era, de 3 Republikeinse presidenten waren
- Warren G. Harding (1921-1923)
- Calvin Coolidge (1923-1929) “The man who builds a Factory, builds a Temple”
- Herbert Hoover (1929-1933)
Door de toegenomen consumptiekracht van de gemiddelde Amerikaan, ontstaat een nieuwe branche: de advertentie-industrie, waarin met gigantisch grote bedragen werd gewerkt.
Zo komen er duizenden reclameborden langs de wegen, worden er radiospots uitgezonden daar in 1929 ongeveer 10 miljoen gezinnen een radiotoestel in huis hadden.
Het buy now, pay later syndroom ontstaat, zo worden er meer en meer aankopen op afbetaling gedaan,
zo werd in 1927 ¾ van de automobiles en ½ van huishoudelijke apparaten op krediet gekocht.
Er biedt zich ook een huishoudelijke revolutie aan, die de vrouwen toeliet om uit hun eeuwenoude voorgeschreven rol te treden, dit komt mede door een technische vooruitgang die een heleboel apparaten voortbracht dat het huishoudelijk werk verlichtte waardoor vrouwen meer vrije tijd kregen en zich daardoor gingen bezig houden met andere zaken…
Verder werden kleren ook in massaproductie gebracht (confectiekleren) en werd de werkweek én de werkdag ingekort waardoor er een hecht familiaal leven kon worden uitgebouwd.
Door de zelfbewustwording van vrouwen veranderde de samenleving echter fundamenteel, zo daalde het aantal kinderen en steeg het aantal scheidingen. Als ze wilden konden ze zelf gaan werken, maar dat w.as wel tegen een lager loon…
Er ontstond ook een nieuwe, meer open, moraal t.o.v. seksualiteit…die in sterk contrast stond met de vroegere Victoriaanse en Puriteinse periode. Zo begonnen vele vrouwen te roken, wat vroeger alleen voor mannen was voorbehouden, en droegen ze kortere rokken en korte haren, deze dames noemden men de Flappers
Door de kortere werkdagen en weken was er meer vrije tijd. Hierdoor ontstond er al snel een nieuwe recreatie-industrie die aan de basis lag van o.a. gezelschapspellen (monopoly,…), kruiswoordraadsels, minigolf en dans. Zo ontstond er een ware dansrage met vele dansmarathons (Charleston)
Men ging ook massaal naar de bioscoop, de uitvinding van de geluidsfilm in 1917 stimuleerde dit nog verder. De filmindustrie was oorspronkelijk gevestigd in New York, maar verplaatste zich al redelijk snel naar Californië (Hollywood) waar men door het betere en warmere klimaat gemakkelijker kon buiten filmen…
Enkele bekende acteurs en actrices waren Charlie Chaplin, Rudolph Valentino en Greta Garbo.
Sport was ook érg populair en er werd uitvoerig bericht over de sportwedstrijden in de pers.
Enkele bekende sporters waren ‘Babe’ Ruth in het baseball en Jack Dempsey in het boksen.
Charles Lindenberg vloog in 1927 met zijn vliegtuig de ‘Spirit of St. Louis’ een solovlucht van 33u over de Atlantische Oceaan van New York naar Parijs.
Op cultureel vlak gebeurde er ook van alles, zo waren er heel wat auteurs die zich niet konden terugvinden in het nieuwe, materialistische Amerika en vertrokken daarom vooral naar Europa.
Men noemt deze groep mensen de Lost Generation waaronder veel prominente auteurs zoals Ernest Hemmingway, Erra Pound en T.S. Elliot.
Ander hadden dan weer geen enkel probleem met de materialistische cultuur en schreven er zelf over, waaronder F. Scott Fitzgerard, Edith Wharton en John Dos Passos.
In de zwarte wijken van New York was er een opbloei, men spreekt zelf van de Harlem Renaissnce waardoor er een echte Afro-Amerikaanse literatuur ontstaat waaronder de bekende poëzie auteur Langston Hughes kan worden gerekend.
Verder ontstond er ook een nieuwe muziekstijl, nl. de Jazz met als boegbeelden Louis Armstrong, Duke Ellington en George Gershwin.