Positivisme en structuralisme
- Gepubliceerd in Geschiedenis
- Lees 1183 keer
Inleiding
·Hermeneutici beschouwen de werkelijkheid, met name cultuuruitingen in de werkelijkheid als product van de geest; cultuuruitingen zijn eenmalige, unieke fenomenen; om die te begrijpen kunnen mensen niet hun rationele vermogens, maar moeten zij hun verbeeldingskracht gebruiken (Verstehen). In de hermeneutiek ligt de nadruk op de rol van het subject. Deze benadering is en poging om de geesteswetenschappen een eigen fundament te geven.
·Positivisten vinden dat ook in de mens- en geesteswetenschappen van subjectieve betekenissen en eenmalige gebeurtenissen geabstraheerd moet worden. De mens- en geesteswetenschappen moeten op een natuurwetenschappelijke manier bedreven worden.
Voorafschaduwing van de idee van een eenheidswetenschap: alle objecten van menselijke kennis kunnen op dezelfde manier benaderd worden. Er is geen onderscheid tussen de natuuren de geesteswetenschappen.
·Positivisme is een grondhouding ten opzichte van de mens- en geesteswetenschappen: alleen objectieve, op waarneming gebaseerde kennis is onbetwijfelbaar, c.q. wetenschappelijk.
Voorzover fenomenen bestudeerd worden die niet op directe zintuiglijke waarneming berusten zoals religie, kunst, ethiek enzovoorts, zoeken positivisten naar objectieve gegevenheden – structuren – die buiten het subject staan en die de bestudeerde verschijnselen mogelijk maken. Positivisten benaderen mens- en geesteswetenschappelijke onderwerpen op een structuralistische manier.
·Structuren onttrekken zich aan de wil en soms ook aan het bewustzijn van het individu (dit is de reden dat structuralistische verklaringen dikwijls zo onwaarschijnlijk lijken).