Postmodernisme
- Gepubliceerd in Geschiedenis
- Lees 787 keer
·Plaats van het postmodernisme in de wetenschapsfilosofische ontwikkeling: het postmodernisme verwerpt subjectivisme (de gedachte dat er een autonoom, zinverlenend subject is), objectivisme (de gedachte dat er objectieve structuren bestaan) en kritische theorieën (de gedachte dat vooruitgang, verandering en bevrijding mogelijk is).
·Het postmodernisme gaat ervan uit dat er geen diepere zin of objectieve waarheid is – dus: geen hoge kunst (geen ‘Bildung’), geen objectieve wetenschap en geen vooruitgang. Alles is een spel, relatief. Het is een eclectische (citeert uit een grote verscheidenheid van tradities zonder een poging te ondernemen om een nieuwe synthese te creëren), ironische, ontmythologiserende (verwerpt het Bildungsideaal, het onderscheid tussen hoge en lage cultuur en het literaire canon), relativistische (elke cultuur heeft een eigen waarde, geschiedenis is discontinu), apolitieke (actie is zinloos omdat vooruitgang uitgesloten is) stroming.
·Factoren die hebben bijgedragen aan de opkomst van het postmodernisme:
–de moderne consumptiemaatschappij: een zorgeloze wereld waarin niet overleving en strijd, maar vermaak centraal staat.
–het failliet van het communisme: het streven naar vooruitgang en bevrijding leidt alleen maar tot onderdrukking.
–dekolonisatie: nadruk op culturele verscheidenheid.
–opkomst van nieuwe vormen van nationalisme: nationale eigenheid wordt belangrijker gevonden dan universele waarden.