THE PROGRESSIVE ERA (1895 – 1920)
- Gepubliceerd in Geschiedenis
- Lees 994 keer
McKinley's presidentschap leidde tevens het begin in van het Progressieve tijdperk in de Amerikaanse politiek. Dit tijdperk werd gekenmerkt door een breuk met de corruptie die na de Burgeroorlog in de Amerikaanse politiek was geslopen. Ook waren de Progressieven tegen verkwanseling van de overheidsuitgaven. Verder wordt in deze periode een aantal amendementen op de grondwet aangenomen die o.a vrouwenkiesrecht en de directe verkiezing van senatoren regelde. Ook werden in een aantal staten maatregelen geïntroduceerd die burgers meer invloed gaven met betrekking tot het bestuur, zo kon een referendum op vraag van de burgers worden uitgeschreven.
De industriële revolutie, de énorme pool van werkkrachten, de immense immigratie en de explosieve stedengroei leidden tot sociaal-economische wantoestanden zo was de armoede er groot, waren er veel ziektes en was corruptie schering en inslag.
Tijdens de periode 1895-1920 worden deze zaken grondig aangepakt, dit aan de hand van het ‘progressivisme’. Het verschilt echter van het socialisme, zo blijft er een kapitalistische vrije markt maar worden de excessen ervan aangepakt d.m.v. wetgeving.
Het Progressivisme is langzaam aan gegroeid, zo begonnen journalisten de wantoestanden in hun artikelen aan te kaarten, ze werden de Muckrakers genoemd.
Zo schreef Lincoln Steffens een boek van gebundelde artikels ‘The Shame of the Cities’ (1904) waarin hij de corruptie in de steden aanklaagde. Verder schreef Upton Sinclair in 1906 ‘The Jungle’ waarin de wantoestanden in de vleesindustrie van Chicago worden besproken.
Jacob Riis publiceerde in 1890 ‘How the Other Half Lives’ waarin hij met tekst en foto’s de slechte leefomstandigheden in de achterbuurten van New Hork beschreef.
Een ander bekend figuur is Jane Adams, een sociaal werksterin de achterbuurten van Chicago, die in 1889 het buurthuis ‘Hull House’ stichtte, haar werk was een voorbeeld voor andere buurt- en armhuizen, ze kreeg in 1931 de Nobelprijs voor de Vrede.
Het idee en de invloed van het progressivisme verspreide zich als eerste in de steden daarna in de staten en als laatste op het federaal niveau ( het Congres).
Het idee dat het de taak was van de overheid om verbetering te brengen kreeg meer een meer voorstanders, desondanks er toch wel wat verzet was tegen deze groeiende overheidsinmenging.
Zo werd er gepleit voor betere werkomstandigheden (kortere werktijden, veiligheid op de werkvloer,…), betere leefomstandigheden in het algemeen en in bijzonder betere huisvesting en hygiëne (riolering, verlichting, openbare gebouwen,…)
Robert M. La Fallette, de gouverneur van Wisconsin tussen 1901 en 1906, was een van de boeegbeelden van het Progressivisme. Het was hij die de aanzet gaf tot de ‘Wisconsin Idea’:
- sociale hervormingen, zo was kwam er ondermeer een verbod op kinderarbeid en werd er een stelsel voorzien om arbeiders met een werkongeval op te vangen
- democratisering van het belastingstelsel: mensen met hoge inkomens betalen meer dan mensen met lage inkomens…
- gehele democratisering van het politiek stelsel, zo kregen vrouwen stemrecht (vanaf 1920 over het gehele land) en werden verder ondermeer de Primary Elections ingevoerd: uit verschilleden kandidaten voor een bepaald ambt (o.a. senator) werd er een persoon geselecteerd die dan de verkiezingsstrijd moest aangaan.
Verder werk ook de strijd aangebonden tegen alcoholmisbruik en prostitutie
Op 6 september 1901 werd echter president McKinley op de Pan-Amerikaanse tentoonstelling in Buffalo neergeschoten, waarna hij bezwijkt aan zijn verwondingen. Zijn vice-president Theodore Roosevelt nam echter het roer over.