Theodor Adorno
- Gepubliceerd in Geschiedenis
- Lees 975 keer
·Volgens Adorno was maatschappelijke vooruitgang niet het gevolg van:
–het project van verlichting, de hoop om met behulp van de rede, de wetenschap en de technologie het lot van de mensheid te verbeteren: de rede is gereduceerd tot een instrumentalistische denkwijze (opvatting dat het doel de middelen heiligt); menselijke belangen zijn ondergeschikt geraakt aan economische overwegingen.
–het geloof van Marx in het proletariaat: de gebeurtenissen in Hitler-Duitsland en de Sovjet- Unie onder Stalin toonden aan dat het proletariaat niet in staat was zijn eigen belangen te herkennen.
·De enige hoop op vooruitgang schuilde volgens hem in conservatieve, elitaire ideeën ontleend aan de romantiek en het Bildungs-ideaal. Adorno wees op de cultuurindustrie. Hij was veel pessimistischer dan Benjamin over het vermogen van moderne technologie om het bewustzijn wakker te schudden. Door de herhaling van het bekende (bijvoorbeeld in de jazz: de herhaling van bekende thema’s) en de gedachteloze nadruk op amusement wordt het publiek juist verdoofd, de bestaande orde bevestigd en de misstanden ervan verdoezeld (= systeembevestiging, één van de ergste marxistische scheldwoorden). Kunst mocht niet populair, maar moest elitair, met andere woorden: serieus, ingewikkeld, complex, diep en dissonant zijn om de aandacht voor maatschappelijke tegenstellingen te wekken. Voorbeeld: 12-toons muziek van Schönberg: dissonantie verontrust de luisteraar; alle tonen hebben een gelijke waarde, er is geen dominante toon.
·Adorno’s opvatting is een ongemakkelijke combinatie van conservatieve en progressieve ideeën: in het belang van maatschappelijke vooruitgang moet kunst elitair, moeilijk, diep, uniek enzovoorts zijn.
·‘Positivismusstreit’ met Popper: volgens Adorno was het niet alleen de taak van de sociale wetenschap om theoretische uitspraken, maar ook om de maatschappelijke werkelijkheid te bekritiseren en een radicaal alternatief te presenteren.
·Adorno negeerde de rol die pop(ulaire!)muziek speelde bij de opkomst van de protestbeweging in de zestiger jaren.