Verschuivingen in verbruik
- Gepubliceerd in Geschiedenis
- Lees 626 keer
Na 1870 bereikte goedkoop Amerikaans graan Europa dankzij een sterke daling van de transportprijzen. Daarnaast ontstond de sociale revolutie, waarbij de arbeidersbeweging aan kracht won. Ze waren ontstaan uit de oprichting van verbruikscoöperatieven en zorgden voor een beter voedingspatroon en levenswijze. Een voorbeeld hiervan is de Gentse Vooruit, die prijsverminderingen doorrekende aan de klant.
Inkomensstijgingen leidden aanvankelijk echter niet meteen tot een noemenswaardige daling van het aandeel van voedsel in het inkomen. De budgetruimte werd eerder gebruikt voor extra en meer gevarieerde aankopen. Het gaat hier vaak ook over kwalitatieve in plaats van kwantitatieve aankopen.
Pas na 1891 ontstond er een sterke verbetering van de levensstandaarden, waarbij gezinnen niet zoveel honger meer hoefden te lijden. De Belle Epoque en de Roaring Twenties zorgden voor meer afwisseling in voeding en in het dagelijkse leven. Deze new way of life of Amerikanisme uitte zich in de appreciatie van reizen, sporten en een fijnere keuken bij de burgerij. Duidelijk is een blijvend verschil tussen de burgerij en het proletariaat.
Een dieptepunt ontstond tijdens de twee wereldoorlogen en de jaren dertig. Een economische crisis ontstond met als gevolg een daling van de lonen, een stijging van de werkloosheid en een sterke daling van de koopkracht. Dit had een negatieve invloed op het voedingspatroon.
Het grootste aandeel van de gezinsuitgaven ging nog steeds naar de aankoop van levensmiddelen. Sinds 1870 steeg het aandeel voor kleding, schoeisel, transport, communicatie en huur aanzienlijk. Men spreekt tot nu toe over immobiel consumptiegedrag aangezien het nog steeds ging om levensnoodzakelijke middelen. Er was slechts een zeer langzame verbreding van de consumptiemogelijkheden en het levenspeil.