Vrijen en horigen
- Gepubliceerd in Geschiedenis
- Lees 986 keer
Nieuwe Frankische elite: koning en zijn ridders.
Ridders werden steeds rijker, ze vermengden zich met wat er nog over was van de ouder
Gallo-Romeinse elite. Hier kwam de in de Middeleeuwen zo machtige adel uit voort.
Daaronder had je een sociale laag van zogenoemde vrijen. Deze mensen werkten bijvoorbeeld als boer op eigen grond of op een van de landheer gepachte boerderij. De pacht betaalden zij in natura, dus met een deel van de opbrengst. Vanwege hun vrije status mochten zij deelnemen aan rechtsprekende vergaderingen. Een vrije had echter ook plichten, waarvan de heervaart de zwaarste was. Dit was in feite dienstplicht. Voor rijke vrijen was dit geen probleem, arme vrijen konden geen goede wapenuitrusting betalen. Daarnaast moesten ze hun land onbeheerd achterlaten. In de 7e en 8e eeuw gaven veel vrijen hun status als vrijen op en gingen als horigen werken. Zo hadden ze bescherming van de heer. In ruil daarvoor gaven zij hem een deel van de oogst.