Willibrord en Bonifatius
- Gepubliceerd in Geschiedenis
- Lees 830 keer
In 690 kwam de missionaris Willibrord vanuit Ierland naar het vasteland om de bevolking te kerstenen. Van de Frankische koning Pepijn II kreeg hij voor zijn kersteningswerk het gebied van de Friezen toegewezen. De Friezen vonden het lastig omdat de Friezen hun onderwerping aan de franken maar moeilijk konden accepteren.
‘Laat die doop maar zitten, ik zit liever in de hel met mijn voorouders dan in mijn eentje in de hemel’ - Radboud tegen Wilibrord toen Wilibrord hem vertelde dat alleen Christenen in de hemel komen. (Radbouw was de Friese koning).
Willibrord deed zijn bekeringswerk vanuit Utrecht. Deze plaats werd het centrum van een machtig bidsom. Vanaf 716 kreeg Willibrord steun van zijn collega Bonifatius. Het werk van de missionarissen was niet zonder gevaar. Vaak probeerden ze de heidenen te bekeren door de zwakte van hun goden aan te tonen. Dat deze de door bijvoorbeeld een heilige eik om te hakken. Een gevaarliijke praktijk, want meestal stond de doodstraf op het beschadigen van een heilige boom.
690 → missionaris Willibrord komt vanuit Ierland naar het vaste land om mensen te kerstenen → Pepijn II wijst Frieze gebied aan om te kerstenen → Lastig gebied → Willibrord deed zijn werk vanuit Utrecht, kreeg steun van zijn collega Bonifatius → Kerstening wel succes → Grote delen van het Frankische rijk werden christelijk