Expressionisme, dada en surrealisme (1914-1930)
- Gepubliceerd in Geschiedenis
- Reageer als eerste!
De eerste wereldoorlog had een grote impact op de Franse literatuur. Tussen de twee wereldoorlogen werd het trauma van de loopgravenoorlog verwerkt. Expressionistische dichters nemen niet de buitenwereld, maar hun eigen ideeën en gevoelens als uitgangspunt. Om die zo kernachtig mogelijk uit te drukken gebruiken ze een heftige stijl met korte regels, weinig leestekens en een vaste strofe indeling.
De Dada-beweging gaat nog verder met als motto ‚alles is kunst: niets is kunst’. Hier kwamen niet altijd meer begrijpelijke teksten uit. Alleen kunstenaars onder elkaar begrepen zoiets. Ze experimenteerde met typografie.
Guillaume Apollinaire heeft een bundel ‚Calligrammes’, waarin de vorm van het gedicht ook de inhoud verbeeld.
De surrealisten halen hun inspiratie uit dromen, die zij zien als de uitlaatklep van het onderbewuste. Zij experimenteerde met ‚écriture automatique’ waar je spontaan opschrijft wat je voor de geest komt. André Breton had de leiding. Louis Aragon en Paul Éluard waren bekende dichters.