- grote steden oefenden specialistische functies uit (groot verzorgingsgebied) à afhankelijkheid bepaald door hiërarchie van markten à grote steden – kleine steden – platteland à tot 3 à 5 niveaus
- geografen spreken i.v.m. bovenstaand punt over ‘concentrische modellen’, omdat de verzorgingsgebieden van steden op de kaart een reeks tegen elkaar aanliggende cirkels toont (met daarin kleinere cirkels à kleine steden)
- deze hiërarchie is het sterkst uitgebouwd in Noord-Italië: grote mate van autonomie à grote steden bevoordelen zich sociaal-economisch en politiek ten opzichte van kleine steden en het platteland – elders was er meer druk van de monarchale staten en ontwikkelden de machtsverhoudingen zich minder in het voordeel van de steden
DUS: Steden ontwikkelden eigen politiek-sociale constructies om gezamenlijke vitale belangen te behartigen à leidde soms tot marktsystemen met koloniale dimensies
à uitbreiding van macht territoriale vorstendommen à competentieconflicten; ook samenwerking