aanwezige opiaten op de vitaliteit van muizenlymfocyten
- Gepubliceerd in Gezondheid
- Lees 1172 keer
Inleiding
Tijdens dit practicum zijn we gaan kijken of de mogelijke aanwezigheid van opiaten een invloed heeft op de vitaliteit van muizenlymfocyten. Dit doen we door een experiment uit een onderzoekslaboratorium na te bootsen. Op vele verschillende type cellen zijn er receptoren aanwezig voor opiaten. Dit is belangrijk omdat ons lichaam zelf verschillende endogene opiaten aanmaakt die op verschillende niveaus de activiteit van cellen kunnen reguleren. Het gebruik van exogene opiaten, zoals drugs op pijnbestrijding kan dus op vele niveaus van invloed zijn.
In het experiment maken we gebruik van stoffen die de werking van morfine nabootsen, en gebruiken lymfocyten omdat deze cellen indien nodig snel kunnen delen.
Na toevoegen en van een lage en twee hoge concentraties van morfine bestuderen we met een spectrofotometrische analyse of de vitaliteit van de cellen verandert ten gevolge van activatie van deze receptoren.
Met behulp van specifieke agonisten of antagonisten voor de zogenaamde muen
- opiaatreceptor bekijken we of het mogelijk is dat via К beide receptoren de proliferatie van de lymfocyten kan veranderen.
Algemeen verloopt het proces van cel communicatie zo:
1. Detectie van een signaalmolecuul van buiten de cel.
2. Transductie: het vertalen van een signaal naar een vorm die voor een specifieke respons in de cel zorgt. Meestal bestaat de transductie uit verschillende stappen, voordat het uiteindelijke doel bereikt is.
3. Respons: voorbeelden van mogelijke responsen zijn het aan- of juist uitzetten van bepaalde genen of het openen of sluiten van een ion kanaal.
Het verloop van het proces in een zenuwcel:
Als het actiepotentiaal het einde van de axon bereikt, gaan de voltage-gated natrium-kanaaltjes open, wat resulteert in depolarisatie. De depolarisatie zorgt ervoor dat de voltage-gated calcium-kanaaltjes openen, en waardoor er Ca-ionen de cel binnen stromen. De Ca-ionen gaan de vrijlating van neurotransmitters op gang brengen, door het vesikel dat het dichtst in de buurt is te laten fuseren met presynaptische membraan. Wanneer het vesikel met het membraan fuseert worden de neurotransmitters vrijgelaten in de synaptische spleet en binden ze met een receptor op het post-synaptische membraan (acetylcholine receptoren). Hierdoor openen de receptoren en wordt er afhankelijk van de neurotransmitter stoffen opgenomen door de receptor in de cel. Nadat de neurotransmitter zijn werk heeft gedaan wordt hij door enzymen afgebroken en terug naar de axon gestuurd. Dit veroorzaakt dat de receptoren in het post-synaptisch membraan terug sluiten. De neurotransmitters worden terug ‘heel’ gemaakt door re-uptake choline. Ook de vesikels worden opnieuw gebruikt door endocytose van het presynaptisch membraan, later worden ze opnieuw gevuld met neurotransmitters.
Materiaal en methode
Kijk voor een duidelijke en volledige beschrijving naar de handleiding van
Celbiologie 2011.