Menu

Klassieke conditionering bij mensen

1. FOBIËEN

  • Klassieke conditioneringen leek een verklaring voor angst. Bv: na auto-ongeluk panische angst van auto rijden.


2. LITTLE ALBERT

  • Watson& Rayner
  • Onderzoek: Little Albert
  • Baby zonder angst, een fobie van ratten aanleren. Elke keer als ze een rat laten zien krijgt de baby een klap op het achterhoofd. Hun studie bewijst echter dat angst is aangeleerd.
  • Etisch verantwoord?
  • Little Albert ging zijn angst generealiseren naar alles wat harig is


3. FETISJISME

  • Köksal, (2004)
  • Onderzoek naar Kwartels hun paargedrag: voor het paren van de kwartels altijd een spons tonen, en na een tijdje bleek dat kwartels al paargedrag vertoonde bij spons alleen.
  • Verklaring voor fetisjisme?


4. RECLAME

  • Reclamemensen koppelen een product aan een ongeconditioneerde stimuli die positieve gevoelens uitlokken( mooie vrouwen, snoezige baby’s,gezelligheid). Het is daarbij de bedoeling de positieve gevoelens van de ongeconditioneerde stimulus naar het product overgezet te krijgen,zodat de kans dat het product wordt verkocht toeneemt.

Lees meer...

Het cognitief alternatief

Klassieke conditionering is veel actiever proces dan de behavioristen beweerden, meer dan mechanisch proces

Een S-S connectie: de geconditioneerde stimulus lokt een beeld uit van de ongeconditioneerde stimulus. Door herhaardelijk samen aanbieden van de toon het voedsel wordt in de hersenen een beeld van het voedsel geselectederd door het horen van de toon. Het geselectederde beeld leidt op zijn beurt tot de speekselafscheiding.

Lees meer...

Problemen met de behavioristische interpretatie

1) CONTIGUÏTEIT

Dieren/mensen kunnen ook leren zonder contiguïteit, dus het is niet noodzakelijk zoals Pavlov en de behavioristen beweren.

  • De tijd tussen het aanbieden van de geconditioneerde en de ongeconditioneerde stimulus kan lang zijn.


Bv: Smaakaversie. Bij het eten van een lekker gerecht genieten, maar als je een paar uur later misselijk wordt, wil je daarna waarschijnlijk nooit meer van het gerecht eten.

  • CS en OS mogen uren uit elkaar liggen zonder dat dit afbreuk doet aan het leerproces.


2) BIOLOGISCHE PREDISPOSITIE

Garcia en Koelling stellen vast dat niet alle stimuli even conditioneerbaar zijn. Dieren lijken biologisch voorbestemd te zijn om bepaalde stimuli gemakkelijker met elkaar te associëren dan andere.

  • Hun onderzoek: ze gaven dorstige ratte zoet water via een buis die een lichtflits en geluid veroorzaakte telkens als ze eraan likte. Nadat ze van het zoet water hadden gedronken werden ze ziek gemaakt. Omdat de 3 stimuli aan elkaar voorafgingen werd er verwacht dat de ratten voor alle3 aversie zouden gecreerd hebben. Dit is niet zo: de ratten kregen een degou van zoet water, maar associërde licht en geluid niet met het ziek zijn.

We leren sneller associaties zoals:

  • Smaak en ziekte: omdat die in de natuur ook vaak voorkomen

Besmet en bedorven voedsel
Toepassing: antabuse en alcohol

  • Licht/lawaai en pijn

Natuurlijke associatie: omgevingsgevaar
Bv: brandalarm

3) BLOKKERING

Aanleren van een nieuwe associatie wordt geblokeerd door eerder geleerde associatie (Kamin-effect)

  • Kamin ( 1969) ontdekker
  • Zijn experiment: de conditionering van ratten op lichtflitsen: de ratten werden in 2 groepen verdeeld. De eerste groep zatten, werd eerst getraind op een geluid dat aan een schock vooraf ging. Daarna kreeg dezelfde groep ratten opnieuw een schock voorafgaand met een schock maar met bijkomende lichtflits. De tweede groep ratten kreeg alleen de fase met zowel licht als geluid bij de schock.


Er vindt niet evenveel conditionering plaats bij beide ratten. Groep 1 reageerde niet angstig op lichtflits, enkel op de geluid

Lees meer...

Kenmerken van klassieke conditionering

1. VERWERVING

  • het proces waardoor een geconditioneerde stimulus een geconditioneerde reactie gaat uitlokken
  • de bel koppelen aan het voedsel ( het aantal X dat we de bel moeten laten rinkelen voor de hond respons geeft) de duur van die verwervingsfase hangt af van de intensiteit van de ongeconditioneerde stimulus.
  • Bv: bij een auto-ongeval ( OS) en zware verwondingen ( OR) durven mensen niet meer id auto stappen omdat het zien van een auto ( CS) angst ( CR) oproept.


2. EXTINCTIE EN SPONTAAN HERSTEL

  • Geconditioneerde reactie gaat afnemen (door bv: bel zonder eten)
  • Extinctie: verzwakking van de CR die optreedt als CS herhaaldelijk zonder OS aangeboden wordt.
  • Toen Pavlov stopte met eten geven na horen van bel, nam de speekselproductie bij het horen van een bel af.
  • Spontaan herstel: aangeleerd gedrag kan snel hersteld worden Als Pavlov daarna wel opnieuw de bel liet hoor, nam de speekselproductie van de hond heel snel toe bij het horen van de bel. Afgeleerd gedrag is makkelijk opnieuw te conditioneren.


3. STIMULUSGENERALISATIE EN STIMULUSDISCRIMINATIE

  • Stimulusgeneralisatie: het geconditioneerd gedrag generaliseren naar gelijksoortige stimuli.

Bv: iemand is ooit gebeten door dalmatiër; na de beet angst van alle honden.

  • Stimulusdiscriminatie: omgekeerde van generalisatie. We gaan onze aangeleerde reactie beperken tot specifieke groep. Bv: in plaats van bang van alle spinnen, aanleren dat we alleen bang zijn van gevaarlijke spinnen.

Lees meer...

De inzichten van Pavlov

Ivan Pavlov (20e eeuw)
- Fysioloog, bestudeerde spijsverteringstelsel
- Verschijnsel psychische reflex
- mooi voorbeeld van klassieke conditionering

PSYCHISCHE REFLEX

Hond kwijlt bij het zien van eten. Pavlov deed daar nader onderzoek bij. Hij onderzocht de mate van speesel. Hij veranderde de stimulus van voederbak, naar een bel. (Voedselbak=ongeconditioneerde stimulus) (Bel= neutrale stimulus).Hij liet altijd 1st de bel horen voor de hond eten kreeg.

Na dit meerdere keren te herhalen, vertoonde de hond al bij het horen van de bel heel veel speekselproductie. Nu kwijlt de hond ook bij het horen van de bel. Neutrale stimulus lokt geconditioneerde respons uit.

Ongeconditioneerde respons (OR) = reflexmatige processen die automatisch uitgelokt worden door stimulus. Een reactie die zonder voorafgaans leerproces uitgelokt wordt door een ongeconditioneerde stimulus ( OS) Bv: hond begint reflexmatig te kwijlen wanneer voedsel in aanraking komt met de tong.

Geconditioneerde respons ( CR)= een respons die aangeleerd is. Eerst was de bel een neutrale stimulus, maar door

Pavlov zijn experiment werd het geluid van de bel een geconditioneerde stimulus ( CS). En de reactie die het uitlokte ( kwijlen) werd dus een geconditioneerde respons.

Lees meer...
Abonneren op deze RSS feed

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen