Menu

Burrhus Frederic Skinner (1904-1990) (p 513)

Skinner was 3 decennia de bekendste psycholoog. Hij was de woordvoerder van het radicaal behaviorisme. Hij had eens gezegd dat hij liever zijn kinderen dan zijn boeken zou verbranden, want zijn boeken droegen meer bij aan de samenleving. Op zijn boek Beyond Freedom was 80% van de recensies negatief. Dit schaadde hem niet zozeer maar bracht hem veel populariteit.

Aanvankelijk wilde Skinner een schrijver worden maar na een jaar van pogingen lukte hem het niet een boek te produceren. Skinner kwam in contact met Watson’s Behaviorisme.

Skinner zat 8 jaar op Harvard en voor zijn proefschrift zocht hij naar een elementaire eenheid voor gedragsanalyse. Hij identificeerde het reflex als deze eenheid. Na een flinke ruzie met zijn begeleider Boring die zijn aanpak afkeurde kreeg hij toch zijn Ph.D.

Na zijn proefschrift ontwikkelde hij de Skinner box, iets wat hij zelf de operant conditioning apparatus noemde. Hierin staat een dier die een arbitraire handeling gebruikt (sleutel omdraaien, rad draaien, staaf leunen) en daarvoor beloond wordt. Het dier operates op zijn omgeving, vandaar de term operant conditioning. Het belangrijkste verschil met Thorndike’s instrumental learning zis dat bij operant conditioning het dier volledige controle heeft waar instrumental learning ook de begeleider acties onderneemt. Hij onderzocht hiermee o.a. de reactiesnelheid waarmee het dier leerde.

Hij kwam op deze Skinner box met behulp van zijn 4 principes: 1) als je iets interessants ziet, houdt overal mee op en ga dit onderzoeken, 2) het ene onderzoek is makkelijker dan het andere, 3) sommigen hebben geluk en 4) machines, vooral gecompliceerde, gaat stuk.

Hij onderzocht uitsterving door geen beloning meer te geven en de reactiesnelheid daalde op een gecontroleerde manier. Hij beschreef dit en nog veel meer gedragsexperimenten in zijn The Behaviour of Organisms dat uiteindelijk een zeer grote invloed zou hebben. Thomas Kuhn noemde het boek een paradigm shift.

Het boek verkocht aanvankelijk slecht o.a. door Hull’s grote boek over gedrag en enkele kritieken: 1) de titel was te pretentieus, 2) Skinner zou het werk van anderen onderbelicht hebben en 3) een kleine en artificiële set aan gedrag voor een klein aantal proefdieren. Deze kritieken waren grotendeels terecht want 1) dat was het ook, 2) idem dito en 3) wiskunde analyses interesseerde Skinner nauwelijks.

Schema’s van reinforcement introduceerde Skinner door niet altijd een beloning te geven. Hierbij zag Skinner dat de reactie zelfs versnelde ten opzichte van elke keer een beloning. Dit zag Skinner zelf als zijn grootste bijdrage.

Skinner beschreef shaping, het belonen van stapjes van gedrag totdat het gehele gedrag wordt uitgevoerd. Het uiteindelijke doel opsplitsen in subdoelen en deze elk belonen. Skinner wist op deze manier twee duiven tafeltennis te laten spelen. In Project Orcon probeerde Skinner duiven als raketgeleiding of organische controle systemen te gebruiken. Het leger was echter niet overtuigd.

Skinner schreef zijn fictie Walden II waarin een gemeenschap door operant principes tot een harmonieuze en blije gemeenschap werd gekneed. De 10 geboden zijn hier uitgewerkt in prgramma’s van gedragsbeheersing. Walden II was sub operando (onder operant conditioning). Andere dergelijke projecten waren Plato’s Republic met sub homine (onder de man -> individualisme); Saint Agustine in City of God met sub deo (onder God); Sir Thomas More in Utopia met sub lege (onder de wet); Jan-Jacques Rousseau in The Social Contract met sub natura (in de natuur); Aldous Huxley in Brave New World met sub psychologia (onder psychologie). Met de alter-ego Frazier in Walden II zei Skinner wat hij zelf niet durfde te zeggen: de onderdanen/proefpersonen reageren altijd juist, het is alleen de heerser/wetenschapper die een verkeerde voorspelling doet.

Aanvankelijk werd Walden II slecht verkocht maar later sloeg de verkoop en werd uiteindelijk meer dan 2 miljoen keer verkocht.

Skinner maakte een omgeving voor zijn kinderen door eerst te analyseren wat zij nodig hebben: 1) warmte, 2) bescherming tegen ziekten en 3) sociale banden en tijd om te spelen/bewegen. Skinner maakte een verwarmde, luchtgefilterde cabine en liet het kind om de zoveel tijd buiten de cabine spelen. Toen foto’s van dit apparaat in Ladies Home Journal kwamen ontstond veel ontsteltenis. Skinner werd ervan beschuldig zijn dochter als labrat te behandelen. Toen Skinner ze commercieel wilde exploiteren werd hij door zijn mede-investeerder belazerd die er met zijn geld vandoor ging.

Later kwamen er geruchten dat de dochter permanent negatief beïnvloedt was door deze baby-doos. Dit is echter verre van waar.

Hierna keek Skinner naar leeromgevingen, klaslokalen. Hij zag dat er maar weinig positieve reinforcers waren en als ze er al waar dan meestal te laat. Er waren voornamelijk straffen (negatieve reinforcers). De klassen waren vaak veel te groot en de leraar moest informatie aan iedereen tegelijk geven waar het ene kind dit te gemakkelijk vondt en de ander te moeilijk. Skinner ontwikkelde teaching machines die directe reinforcers gaven. Zo kon een kind ook op zijn eigen niveau verder. Skinner dacht hier een grote variëteit aan vaardigheden en kennis mee te kunnen overbrengen maar in de praktijk zijn slechts een paar daarvan echt effectief. Skinner liep met zijn learning machines ver vooruit.

Paul Fuller wist bij een man van 18 die geen gedrag vertoonde (ook niet at of dronk) zijn hand omhoog te brengen. Fuller gebruikte een pipet met melk als reinforcer. Fuller ging hier niet mee verder maar beweerde een repetoir aan handelingen bij de man op te kunnen bouwen.

Door dit experiment ging Skinner zich interesseren in zwakzinnigen. Twee van zijn studenten op Harvard begonnen aan behaviour modification. Het gedrag observeren en dit veranderen door geschikte beloningen. Zo was het geval van een vrouw die handdoeken stal. Elke keer als ze dit deed gaven de verplegers haar nog veel meer handdoeken. Na 4 weken bleek ze 650 handdoeken in haar bezit te hebben en begon ze ze weg te halen, ze weigerde nog meer handdoeken aan te nemen.

Skinner zag zich niet als een psycholoog maar als een behavioral analyst. Het behaviour modification sloeg snel aan maar kwam ook kritiek op. Het zou inhumaan zijn mensen van goed voedsel, een schoon bed e.d. te onthouden alleen om deze als beloningen te gebruiken. Door deze kritieken kan behaviour modification nu vaak alleen plaatsvinden onder streng gecontroleerde omstandigheden.

Behaviour modification komt eigenlijk ook voor in de industrie: belonen naar hoeveelheid werk. Vaak blijkt dat wanneer mensen op vrijdag betaald krijgen zij maandag het minst efficiënt werken, iets wat tijdens experimenten ook al bleek.

In zijn latere leven hield hij nog contact met de intellectuele wereld en schreef diverse artikelen en boeken, waaronder één over ouder worden met vooral praktische tips (kijk porno om het sexleven op te krikken). Hij kreeg vele medailles en erkenningen voor zijn werk. Hij had niets op met cognitieve psychologie die hij zag als een creatie vanuit de psychologie zelf.

Relevante artikels

Advies nodig?

Vraag dan nu een gratis en vrijblijvende scan aan voor uw website.
Wij voeren een uitgebreide scan en stellen een SEO-rapport op met aanbevelingen
voor het verbeteren van de vindbaarheid en de conversie van uw website.

Scan aanvragen