Empathie, sympathie en prosociaal gedrag
- Gepubliceerd in Psychologie
- Lees 1118 keer
Empathie = meevoelen met iemand anders en op emotioneel gelijkaardige manier reageren
Sympathie = gevoelens van bezorgdheid of verdriet om het (droevige) lot van iemand anders
Prosociaal gedrag (of altruïstisch gedrag) = handelingen die een ander persoon voordeel brengen zonder dat er te verwachten voordelen voor het eigen zelf zijn.
Empathie is een belangrijke motiverende factor voor prosociaal gedrag.
Maar empathie gaat niet altijd samen met vriendelijkheid en hulpzaam zijn. Voor sommige kinderen gaat empathie samen met persoonlijke angst (‘personal distress’). Door te proberen de pijn van anderen te verzachten, focust het kind zich op zijn of haar eigen angst dan op die van de persoon in nood. In dit geval leidt empathie niet tot sympathie.
Factoren:
- Temperament
- Kinderen die sociaal, assertief en goed zijn in het reguleren van hun emoties zijn meer geneigd om te helpen, delen en anderen te troosten wanneer ze angstig of droevig zijn.
- Kinderen die niet zo goed zijn in het reguleren van hun emoties worden overdonderd door hun eigen gevoelens. Daardoor tonen zij minder vaak sympathie en prosociaal gedrag.
- Opvoeding van de ouders
- Wanneer ouders warm zijn, emotionele uiting steunen en sensitieve, sympathieke bezorgdheid tonen, dan zijn hun kinderen meer geneigd om te reageren op een bezorgde manier wanneer anders ‘distressed’ zijn.
- In tegenstelling, ouders die boos zijn en straffen storen empathie en sympathie op een vroege leeftijd.