Falsificationisme
- Gepubliceerd in Psychologie
- Lees 1739 keer
Karl Popper ( voorstander normatieve benadering) -> “Conjectures and refutations: The growth of scientific knowledge.” (1963). Popper wou te weten komen wanneer wetenschappers beslissen om hun theorieën te veranderen. Daarnaast stelde hij zichzelf ook de vraag wat men nu moest beschouwen als wetenschap en wat men moest beschouwen als pseudowetenschap. Er zijn namelijk verschillende voorbeelden waarbij men de vraag kan stellen welke nu wetenschap is en welke pseudowetenschap; Newton‟s fysica, astrologie, relativiteitstheorie, psychoanalyse. Volgens Popper werkt confirmatie niet (goede theorieën - > confirmatie; zwakke theorieën -> geen confirmatie). Hij verwierp de gedachte dat als er confirmatie is, dat er dan wetenschap is. Hij zag deze gedachte als naïef, omdat vele pseudowetenschappen ook confirmatie bereiken. Deze theorieën kunnen voor zichzelf ook bevestigingen vinden, waardoor confirmatie plaatsvindt, dan was deze theorie ook niet meer falsifieerbaar. Daarom verwierp hij deze gedachte van “confirmatie => wetenschap”.Er is ook nog Hume‟s inductieprobleem („Alle kraaien zijn zwart‟). Dit gaat als volgt: telkens als men een zwarte kraai ziet, dan wordt deze uitspraak geverifieerd. Vanaf het moment dat men een witte kraai heeft gezien, dan wordt deze uitspraak gefalsifieerd.
Popper formuleerde het demarcatiecriterium. Dit is een regel om echte wetenschap te onderscheiden van valse wetenschap. Het is dus vergelijkbaar met falsificatie. Zijn bevindingen zijn dan dat psychoanalyse geen falsificatie riskeert, maar de relativiteitstheorie wel. Dit komt omdat Freud zijn theorie als onkwetsbaar heeft opgesteld. Met zijn theorie kan je werkelijk alles een verklaring bieden (vb. waarom is hij zo agressief? Dit is het gevolg van een fixatie is een van fases waarheen hij doormoest). Daarom bestaat volgens Popper de wetenschappelijke rationaliteit niet uit het zoeken naar het bewijs dat de theorie werkelijk klopt (psychoanalyse), maar uit de mogelijkheid tot falsificatie van de theorie (relativiteitstheorie). Een wetenschap moet zich dus falsifieerbaar stellen, dan spreken we over wetenschap.
PROBLEEM:
- Één weerlegging volstaat niet
- Onderlinge competitie tussen theorieën waarbij de minst slechte theorie wordt gehandhaafd.
- Immuniseringpraktijken zijn tot op zekere hoogte normaal
- Er is inductie nodig voor:
- geloof is wetenschappelijke vooruitgang: “corroboratie” (als een theorie lange tijd niet gefalsifieerd is geweest)
- falsificatie-feit: betrouwbaarheid van de observatie
De verdere ontwikkelingen zijn Laudan en Lakatos. Zij zien wetenschap voornamelijk als een probleem-oplossend systeem dat faalt of succes bereikt doorheen de tijd. En theorieën die problemen oplossen zijn wetenschappelijk, en theorieën die vaak falen en zichzelf beschermen van falsificatie zijn pseudowetenschappelijk.