Obsessieve – compulsieve stoornis (OCS; dwangstoornis)
- Gepubliceerd in Psychologie
- Lees 1288 keer
Kenmerken en voorkomen
OCS: terugkerende dwanghandelingen en –gedachten staan centraal.
- diagnose: klachten moeten een ernstige inbreuk maken op het functioneren vd patiënt
Dwanggedachten (obsessies) = steeds terugkerende, aanhoudende ideeën, gedachten, beelden of impulsen die veel spanning geven
- gedachten worden als zinloos ervaren
- ondernemen van pogingen om de gedachten te negeren of te neutraliseren (dwanghandelingen)
Dwanghandelingen (compulsies) = herhaalde overte handelingen of coverte mentale activiteiten, die
volgens bepaalde regels op een stereotiepe wijze worden verricht
-> worden uitgevoerd om spanning te neutraliseren of te voorkomen
(bedreigingen kunnen natuurlijk nt werkelijk voorkomen worden)
Opm: naast angst, spanning en paniekgevoelens rapporteren patiënten met OCS vaak depressieve klachten, problemen rond werk en huishouden en relationele problemen
Dwanghandelingen gaan steeds samen met dwanggedachten. Dwanggedachten kunnen voorkomen zonder dwanghandelingen.
Dwang kan angst opwekken, paniek, een anticipatie-angst kan ontstaan en ook vermijdingsgedrag.
=> Heel vaak worden er verschillende vragen gesteld of worden anderen betrokken in hun dwang.
Life – time prevalentie van OCS : 1.9 tot 3%
Incidentie: 1.6 %
Gem. Ontstaansleeftijd: 20 jaar
Diagnostische criteria
1) Aanwezigheid van obsessies of dwanhandelingen
2) De patiënt beschouwt de dwangverschijnselen op een bepaald moment als onzinnig of excessief
3) De klachten veroorzaken veel spanning. Ze kosten de patiënt meer dan een uur per dag, of
verstoren in ernstige mate het dagelijks functioneren
4) Indien er een andere as I-stoornis aanwezig is, beperkt de inhoud van de dwangverschijnselen zich
niet tot die diagnose (bv. preoccupaties met eten bij een eetstoornis)
5) De klachten zijn geen direct gevolg van drugs of medicatie en geen gevolg van een lichamelijke aandoening