Persoonlijkheidstheorie van Freud
- Gepubliceerd in Psychologie
- Lees 1067 keer
- Es = lustprincipe
- Als pasgeborene aantal mogelijkheden/reflexen om te overleven
- Onmiddellijke bevrediging = enige wat telt
- Ich = realiteitsprincipe
- Komt tot ontdekking dat er iets moet zijn buiten zichzelf
- Merkt verschil tussen “iets anders” en zichzelf
- Uitvoerder lost problemen op voor het Es, helpt Es in bereiken van zijn doelen
- Houdt rekening met eisen en regels van omgeving bevrediging van behoeften uitstellen
- Über-Ich = normen en waarden, geboden en verboren, gewetensfunctie
- Het kind zal willen zijn zoals het ouderdeel van hetzelfde geslacht
- Het kind gaat de waarden en normen van de gelijkgeslachtige ouder overnemen.
Psychoseksuele ontwikkelingsfasen fixatie op een bepaalde lichaamszone
Orale fase | Eerste levensmaanden | Zone van mond is de zone van het lichaam die het meest gevoelig is voor prikkeling, heel veel lust beleefd aan deze zone wanneer de omgeving gepast ingaat op de noden van het kind, kan het kind een vertrouwensvolle relatie opbouwen met de omgeving |
Anale fase | Tweede en derde levensjaar | Streek rond de anus is erogeen. Het kind kan hierdoor een beheersing van de sluitspieren aanleren tijdens de zindelijkheidstraining. Sterke confrontatie met willetjes en regeltjes van anderen grote rol in ontwikkeling van Ich. Wanneer dit vlot verloopt, wordt het basisvertrouwen gestimuleerd doordat het kind lust aan zichzelf ervaart. |
Fallische fase | Tussen 3 en 6 jaar | Lustgevoelens aan genitaliën. Meisjes gaan in deze periode hun lichaam als minderwaardig ervaren omdat zij geen penis hebben. Ze zouden volgens Freud een penisnijd ervaren wat volgens hem de oorsprong is van vrouwelijke minderwaardigheidsgevoelens. |
Oedipale periode |
| Sterk begaan met de verschillen tussen geslachten en enorm geboeid door het tegengeslachtelijk ouderdeel. Het kind heeft hier positieve gevoelens voor het ouderdeel van het andere geslacht en negatieve gevoelens voor het ouderdeel met hetzelfde geslacht. |