Collectief arbeidsrecht
Collectief overleg en sociale partners
= totstandkoming van sociaalrechtelijke regels. Dit wordt gedaan door de sociale partners, waarbij onderhandelingen tussen werkgevers en werknemers worden vastgelegd in contracten en collectieve arbeidsovereenkomsten
wie?
1. Vakbonden=werknemersorganisaties
ABVV: Algemeen Belgisch Vakverbond
ACV: Algemeen Christelijk Vakverbond
ACLVB: Algemeen Christelijk-Liberaal Vakverbond België
- vakbonden zijn feitelijke verenigingen zonder rechtspersoonlijkheid. Doordat ze geen rechtspersoonlijkheid hebben is er ook geen verplichting tot publicatie van de jaarrekening wat lichtjes nadelig kan zijn omdat je op die manier niet naar het kapitaal kan kijken. De vakbonden betalen uitkeringen als er wordt gestaakt en kapitaal draagt natuurlijk rechtstreeks bij tot de hoogte van deze vergoeding.
2. Werkgeversorganisaties
Unizo: Unie Zelfstandige Ondernemers
VBO: Vlaamse Bond van Ondernemers
VOKA: Vlaamse Kamer van Koophandel + Vlaamse Economisch Verbond
internationaal niveau
De VN heeft een organisatie, namelijk de IAO: Internationale Arbeidsorganisatie.
Ook op EU vlak worden enkele zaken vastgelegd dmv:
- Europese normen inzake sociaal recht
- Europese sociale partners
- Europese cao
Sociaal overleg: nationaal
interprofessioneel niveau
1. Een groep van 10 stelt het IPA op: interprofessioneel akkoord. Tweejaarlijks worden deze overleggen gehouden tussen de staat en sociale gesprekspartners. Inhoud: arbeids- en loonvoorwaarden
2. De Centrale Raad voor het Bedrijfsleven en Sociaal-Economische Raad voor Vlaanderen geeft hierbij advies betreffende de aangelegenheden met sociaal-economische dimensies
3. NAR: Nationale Arbeids Overeenkomst
Deze wordt opgesteld door publiekrechtelijke instellingen. Het is een paritair orgaan waarbij het aantal vertegenwoordigers van de WN’s gelijk is aan die van de WG’s. Dit orgaan geeft advies en doet voorstellen aan de regering betreffende vraagstukken met sociale implicaties, die alle werknemers aangaan.
professioneel: sectoraal niveau
1. Bedrijfstakken: ondernemingen met gelijkaardige activiteiten worden gegroepeerd en hebben een aangepaste regelgeving
2. Paritaire comités: zijn representatief voor de sectors. Vertegenwoordigers vd WG’s en WN’s ontmoeten elkaar om gemeenschappelijke problemen te bespreken, waarbij ook weer cao’s worden afgesloten en het doel is om sociale conflicten te voorkomen en onderhandelen
professioneel: ondernemingsniveau
1. Ondernemingsraad: is een paritair orgaan dat maandelijks samenkomt om te overleggen en samen te werken inzake arbeidszaken. Een OR is verplicht bij een onderneming die meer dan 50 werknemers telt. Ze geeft advies over beroepsopleiding, personeelsaangelegenheden en organisatie van het werk. Ze maken eveneens beslissingen over jaarlijks verlof.
2. Comité voor Preventie en Bescherming op het werk: geeft advies inzake veiligheid en gezondheid van mensen op de werkvloer.
Beide leden van (1) en (2) hebben bijzondere ontslagbescherming, waarbij een ontslagverbod geldt, tenzij er dringende redenen zijn.
3. Vakbondsafvaardiging: dit orgaan vertegenwoordigt de belangen van de WN’s bij de WG. Ze worden verkozen voor 4 jaar. Zij hebben eveneens een bijzondere ontslagbescherming
CAO
= akkoord tussen 1 of meer werknemersogranisaties met 1 of meer werkgevers(organisaties)
Het is een regelment waarbij de rechten en plichten van de contracterende partijen in worden opgenoemd. Is het echter een contract of een reglement? Het is eerder een reglement omdat het ook kan gelden voor derden (waardoor het geen overeenkomst is)
1. Normatief deel:
De bepalingen gelden binnen het bedrijfsmilieu als normen voor de WG en voor de WN. De cao heeft een bijzonder sterke bindende kracht (ontstaan, bestaan, duur ve AO, vakantie, arbeidsduur, veiligheidsnormen)
2. Obligatoir deel:
De bepalingen die de onderlinge rechten en plichten van de contracterende partijen (geldigheidsduur van de cao, sociale vredeplicht, sancties, ..)
soorten
1. OndernemingsCAO: gesloten tussen 1 of meer representatieve WN organisaties met 1 of meer WG
2. Sectorale CAO: gesloten in een paritair comité. Moet worden bekend gemaakt in het BS en is bindend 15 dagen na de publicatie voor alle WG’s onder die PC
3. Intersectorale, nationale CAO: gesloten in de nationale arbeidsraad. Deze bindt verschillende bedrijfstakken in heel België. Bekend making idem aan sectorale cao
Binding: wie is er gebonden door een cao?
- organisaties die de cao hebben gesloten
- WG’s die lid zijn van deze organisaties
- organisaties en WG die toetreden tot de cao
- WG’s die lid worden van een organisatie die gebonden is door de cao
- alle WN’s van een WG die gebonden is door de cao (een derde partij dus)
- doordat de koning de normatieve bepalingen van een cao door middel van een KB van toepassing verklaart, is het algemeen bindend voor alle WN’s en WG’s van het PC waarbinnen de cao werd gesloten
- de obligatoire bepalingen zijn alleen bindend voor de cao-partijen
conflicten
tussen WN en WN
Als WN’s besluiten om te staken kan het dat er ook steeds een groep WN’s zijn die echter wel willen werken. Wanneer de stakende de toegang echter belemmeren tot de werkvloer kunnen zij niet anders dan niet werken. De WG mag steeds reageren door een lock-out, waarbij hij de WN’s de toegang verbied
staken
Staker: geen arbeid=geen loon. Wanneer de staking is erkend door de vakbond wordt hij vergoed door de stakingskas van de vakbond. Indien de staking niet is goedgekeurd noemt men dit een wilde staking en wordt deze niet vergoed.
Werkwillige WN: doordat de WG de werkwillige WN niet tewerk kan stellen is er een tijdelijke schorsing van de arbeidsovereenkomst. Als de werkwillige kan bewijzen dat de belemmering om te wreken buiten zijn wil om was heeft hij recht op het gewaarborgd loon.
langdurige staking
Bij een langdurige staking zal een sociaalbemiddelaar ertussen komen. Hier wordt dan bestudeerd of het staken rechtmatig is. Iedereen heeft recht op staken, maar er moet wel een evenwicht zijn. Als het echt onmogelijk kan de WG naar de rechter gaan en kan er een bevel tot uitdrijving worden gevoerd.