De scheiding der machten
De grondwet voorziet uitdrukkelijk dat alle machten uitgaan van de natie(=het volk). De wetgevende macht wordt uitgeoefend door de Koning, de Kamers van volksvertegenwoordiging en de Senaat. De uitvoerende macht berust bij de Koning en zijn Ministers. De rechterlijke macht wordt uitgeoefend door de hoven en rechtbanken. Elke macht oefent zijn bevoegdheden autonoom uit. Zij gaan in elkaars bevoegdheden niet tussenkomen.