Logo
Print deze pagina

de verschillende staatsvormen

eenheidsstaat: het gezag ligt volledig centraal

  • de centrale overheid heeft alle macht, maar kan bepaalde zaken/gezag wel “uitbesteden”
  • deconcentratie: macht wordt gegeven aan lagere bevoegdheden, maar deze hebben niet allemaal evenveel gezag bv: de gemeenten en provincies
  • decentralisatie: macht wordt gegeven aan lagere bevoegdheden die allemaal evenveel bevoegdheden hebben bv: provinciegouverneur

federale staat: gezag is gespreid op nationaal niveau en deelstaten

  • er is geen hiërarchie tussen deelstaten en federale regering, ze zijn niet aan mekaar ondergeschikt
  • nationale wetten staan gelijk aan decreten (uitgeschreven door Vlaanderen of Wallonië) en ordonnanties (uitgeschreven door Bxl)
  • residuaire bevoegdheden: de bevoegdheden die niet verdeeld worden over deelstaten en federale regering, worden verder verdeelt over deelstaten als er een bepaling is opgenomen wie wat doet
  • constitutieve grondwettelijke autonomie: deelstaten mogen alles zelf regelen (zie BE: hier is dit nog niet het geval omdat er geen Vlaamse grondwet is)

confederale staat: onafhankelijk staten die een verdrag sluiten om bepaalde bevoegdheden op confederaal niveau te sluiten (bv: defensie)

  • de klemtoon ligt nog steeds op individuele staten, en daarom is er geen uitvoerende en rechterlijke macht tussen deze staten

Copyright © 2017. All rights reserved.