De vijf modellen van staat in verhouding tot religie
In dit hoofdstuk worden enkele modellen behandeld over hoe de staat zich ten opzichte van religie kan verhouden.
Er zijn 5 modellen:
Politiek atheïsme (Vermeulen spreekt van: totalitair secularisme):
Het atheïsme wordt bij dit model gezien als een politieke doctrine die een staatkundige betekenis zou moeten hebben. Atheïsme is dus een staatsdoctrine. De aanhangers van dit model bepleiten een atheïstische staat in de zin van een staat die het atheïsme bij zijn burgers moet bevorderen en elke vorm van religieus geloof moet proberen te onderdrukken. Men kan dit model terecht totalitair noemen omdat de staat een enorme macht heeft in de kleinste details van een burger. Net zoals bvb de onderdrukkingen vroeger van de katholieke kerk door middel van geweld en bvb verboden boeken lijsten, of de Inquisitie.
Secularisme (overtuiging dat geloof en religie geen invloed mag uitoefenen op de maatschappij) is minder van toepassing omdat men bij dit model het innerlijk van de mens wil hervormen, men wil door middel van staatsmacht godsdienst elimineren. Het is atheïstisch omdat het betrekking heeft op de innerlijke geloofsbeleving en politiek omdat het van dat atheïsme een politieke doctrine wil maken. Voorbeeld van dit model: Sovjet Unie en de communistische satellietstaten van 1917 – 1989. Gebaseerd op het werk van Karl Marx ( 1818 – 1883) waarin Marx uitlegt dat religie een verkeerd bewustzijn is, in zijn werk: Zur Kritik der Hegelschen Rechtsphilosophie (1843 – 1844). Volgens Marx maakt de mens zijn religie, de religie maakt niet de mens. Ludwig Feuerbach (1804 – 1872), niet marxist bepleite dit al in zijn werk: Das Wesen des Christentums (1841) met het verschil dat Marx werk door Lenin (1870 – 1924) en Stalin (1878 – 1953) als staatstaak is gemaakt. Het hedendaagse atheïsme van denkers als Richard Dawkins, Sam Harris, Christopher Hitchens, Daniel Dennett en anderen ( The New Atheïsme) heeft niet de ambitie de staat tot instrument te maken van atheïstisch propaganda.
Dit model is NIET democratisch
De laïcité:
De religieus neutrale staat, in het Frans - de laïcité. Hierbij heeft de staat de ambitie niet voor of tegen godsdienst te kiezen, maar zich afzijdig of neutraal op te stellen. Het gaat uit van strikte scheiding van kerk en staat. Het is niet anti – religieus maar a – religieus. Men onderscheid bij dit model wel tussen een antiklerikale vorm, zoals verdedigd door Emilie Combes (1835 -–1921) en een meer gematigde vorm, zoals ontwikkeld door Jules Ferry (1832 – 1893), Jean Jaures (1859 – 1914), en Artistide Briand (1862 – 1932). Het model werd onlangs opnieuw geijkt door een commissie onder voorzitterschap van de advocaat Bernard Stasi op 11 december 2003.
Multiculturele of multireligieuze staat:
Bij dit model probeert de overheid alle godsdiensten op voet van gelijkheid te behandelen door alle godsdiensten op gelijke wijze te faciliteren. Het verschil tussen het tweede model en het derde model bestaat daaruit dat men in het derde model meent dat neutraliteit een financiële facilitering van godsdienstige richtingen niet uitsluit. Als aanhanger van het multiculturalisme zou men kunnen wijzen op Bikhu Parekh (1935 -), Will Kumlica (1962 -) en Charles Taylor (1931). Soms wordt dit model ook pluralisme genoemd, wat ongelukkig is omdat de laïcité ook als pluralisme kan worden beschouwd.
Gevestigde of geprivilegieerde kerk – model:
In dit model vormen de staat en de staatskerk of bevoorrechte kerken een partnerschap waarin gezamenlijke doelen van staat en religie worden nagestreefd. Bvb. Er wordt verdedigd dat men de Europese cultuur als “joods – christelijk” zou kunnen presenteren en als zodanig een speciale bescherming geven.
Theocratie:
Hierbij verlaat de staat zich op een enkele religie en geeft andere religies nauwelijks de ruimte. In zijn meest radicale vorm worden aanhangers van andere godsdiensten dan de staatsgodsdienst vervolgd en om het leven gebracht. Belangrijkste voorbeelden van dit model zijn: Osama Bin Laden (1957 - ), Ayman al – Zawahiri (1951 - ), Ayatollah Khomeini (1902 – 1989), Sayyid Quth (1906 – 1966) en onder de historische denkers Ibn Taymiyya (1263 – 1328). Dit model is NIET democratisch.